Basisbegrip breuken, 1F (KLAAR)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Breuken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

           Leerdoelen
  • Je weet wat een breuk is.
  • Je weet wat de teller van een breuk is.
  • Je weet wat de noemer van een breuk is.
  • Je kunt breuken uitspreken.
  • Je kunt de waarde van breuken vergelijken.

Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Hoe zat het ook alweer?
Breuken bestaan uit twee getallen
die boven elkaar staan.

Het bovenste getal is de teller,
het onderste getal is de noemer.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Breuken kun je ook uitschrijven, bijvoorbeeld:
'één derde '. Welk getal is hier de noemer?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

In hoeveel stukken moet je verdelen
bij de breuk 'drie achtste' ?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions


Welke breuk geeft aan hoeveel van deze cirkel
rood is?
A
de helft
B
43
C
driekwart
D
41

Slide 9 - Quiz

1/4 is een kwart. Dus 3/4 kan je ook uitspreken als driekwart.
Breuken vergelijken
Welke breuk is het meeste waard?
of

Bekijk de video op de volgende dia.
32
43

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

In de volgende les over breuken (rekenen met breuken) wordt meer aandacht besteed aan het gelijknamig maken.
Welke breuk is het meeste waard?

A
21
B
83

Slide 12 - Quiz

1/2 is een helft. De helft van 8 is 4, dus 3/8 is minder dan een helft. 1/2 is meer waard dan 3/8.
In hoeveel stukjes verdeel je de reep
om deze breuken te vergelijken:

21
51
en

Slide 13 - Open question

Je kiest het getal dat je door allebei de noemers kan delen.

Een truc is om de noemers met elkaar te vermenigvuldigen, dan heb je altijd een getal dat je door beide kan delen.

In de volgende les over breuken (rekenen met breuken) wordt meer aandacht besteed aan het gelijknamig maken.

Denk een momentje

Slide 14 - Slide

Laat even bezinken of alles duidelijk is.
Heb je nog vragen? Die kun je invullen bij de volgende dia.
Welke vragen heb je nog?

Slide 15 - Open question


Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions