2.3 eiwitsynthese

LEERDOELEN
2.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

LEERDOELEN
2.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



Slide 1 - Slide

Maak een conceptmap:
DNA, chromosoom, chromatide, Nucleotide, Stikstofbase, Deoxyribose, Fosfaatgroep, Adenine, Cytosine, Guanine, Thymine, Basenpaar
timer
5:00

Slide 2 - Open question

Noem drie verschillen tussen
DNA en RNA.

Slide 3 - Open question

RNA
de(s)oxyribose vs ribose

Slide 4 - Slide

Schrijf op:
TRANSCRIPTIE = 
*noteer waar en wat er gebeurt*
TRANSLATIE = 
*noteer waar en wat er gebeurt*

Slide 5 - Slide

Wat zijn de DNA-nucleotiden die afgelezen zijn om dit codon te schrijven?

Slide 6 - Slide

de DNA-nucleotiden die afgelezen zijn om dit codon te schrijven zijn ATG

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: vanaf de 'mal' of 'matrijsstreng' vormt het een kopie van het coderende stuk DNA. 
Welke aminozuren coderen voor deze codons? 
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)
De daadwerkelijke informatie staat op de coderende streng. Die lijkt dus precies op het m-RNA, behalve dat de T een U is!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Prionen
Ziektes veroorzaakt door abnormaal gevouwen eiwitten 
(= prionen)
De prionen kunnen andere eiwitten van vorm laten veranderen

gekke koeienziekte en Creutzfeldt-Jakob zijn dodelijke hersenziekten

Slide 12 - Slide

Wat is het verband tussen eiwitsynthese (transcriptie en translatie) en de stofwisseling (basisstof 1)?

Slide 13 - Open question

Langs één van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze DNA-keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 14 - Open question

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open question

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 16 - Quiz

Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?
A
UAA
B
UGA
C
UAG
D
UAU

Slide 17 - Quiz

to do!
2.1 t/m 2.3 opdrachten maken
begrippenlijst maken





Slide 18 - Slide