H1: Woordenschat: Woordbetekenissen vinden (opdracht 1 en 2) les 3

Welkom bij Nederlands!
 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
 

Slide 1 - Slide

Les 3: Wat gaan we vandaag doen?
 H1: Woordenschat (blz 24)

  1. Theorie: Woordbetekenissen vinden
  2. Zelfstandig aan de slag


Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
Aan het einde van de les :

  • kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden
  • kun je de betekenis van een onbekend woord opzoeken in het woordenboek

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Woordbetekenissen vinden
Weet je het nog? Woordstrategieën, zoek naar:

  • Synoniem: 1 woord met dezelfde betekenis als het onbekende woord

  • Betekenis/omschrijving: uitleg van een onbekend woord

  • Voorbeeld: voorbeeld van het onbekende woord (bijvoorbeeld, zoals)

  • Tegenstelling: We hebben gezamenlijk gekookt, maar het toetje heb ik alleen gemaakt.

  • Bekend woorddeel: deel van het woord waar je wel de betekenis van kent

Slide 5 - Slide

Nog steeds onbekend?
Gebruik een woordenboek!



Slide 6 - Slide

Samen oefenen: Opdracht 1 blz 24
  1. onbegaanbaar – niet begaanbaar
  2. jutten – zoeken naar overblijfselen op het strand
  3. overblijfstelen – resten
  4. stikheet – erg heet
  5. flora en fauna – planten en dieren


Slide 7 - Slide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opdracht 
1 en 2 op blz 24 en 25
Je mag overleggen.

Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 
15 minuten de tijd
Klaar? Meld je bij de docent.
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen!

Slide 8 - Slide

Opdracht 2 blz 25:

1. Wat betekent de sprong van je leven in de titel?
A
allereerste sprong
B
allerlaatste sprong
C
allermooiste sprong

Slide 9 - Quiz

Opdracht 2 blz 25: 2 t/m 10 klassikaal
  • 2 Iets doen waardoor je dichter bij je doel komt.
  • 3 Een jumpmaster is een ervaren instructeur.
  • 4 Een vrije val: de eerste 40 seconden als je uit een vliegtuig sprint en de parachute nog niet is geopend.
  • 5 Een synoniem voor dropzone is landingsplek.
  • 6 4 (familie, vrienden, buren, klasgenoten)


Slide 10 - Slide

Opdracht 2 blz 25: 2 t/m 11 klassikaal
  • 7 De figuurlijke betekenis van met beide benen op de grond staan: je doet en denkt ‘gewoon’; je doet of denkt niet zoals je misschien in je dromen doet
  • 8 Een internationale luchthaven is en vliegveld waarop je vliegtuigen uit verschillende landen vindt.
  • 9 De tegenstelling van tandemsprong is solosprong.
  • 10 Een tandemsprong is een sprong uit een vliegtuig waarbij je gekoppeld bent aan een ervaren instructeur.


Slide 11 - Slide

Opdracht 2 blz 25: 2 t/m 11 klassikaal
11.
  • ideale – zo goed of fijn als je maar kunt wensen
  • gelegenheid – mogelijkheid
  • panorama – uitzicht naar alle kanten
  • instructeur – iemand die (voor zijn beroep) uitleg geeft
  • uitgebreide – uitvoerige
  • instructie – uitleg
  • gekoppeld – stevig vastgehaakt


Slide 12 - Slide

Opdracht 2 blz 25: 2 t/m 11 klassikaal
11.
  • medische verklaring – verslag waaruit blijkt dat je gezond bent
  • maximale – hoogste
  • dienen – moeten
  • indien gewenst – als je dat wilt
  • absoluut – zeker weten
  • aanrader – advies, aanbeveling
  • krijg je de smaak te pakken – vind je het zo leuk dat je er bijna niet mee kunt ophouden


Slide 13 - Slide

Afsluiting les 3
Lesdoelen:

Nu:

  • kun je de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden √
  • kun je de betekenis van een onbekend woord opzoeken in het woordenboek √

Slide 14 - Slide