Les 2 Duits klas 2

• Duits
• Middelbare school

WEEK 2:

Duits klas 2

Week 2: Onderwijs op Afstand

Hallo allemaal, welkom in de tweede week waarin jullie Duits krijgen op afstand. 

Pak erbij:

- Werkboek B

- Tekstboek

- Aantekeningenschrift

- Pen/potlood! :)

Huiswerkbespreking:

Stel je vragen ELKE WOENSDAG tijdens het vragenuurtje in Teams!

Klas 2a: 10.00 - 10.45 uur

Klas 2c: 11.00 - 11.45 uur

Klas 2b: 11.45 - 12.30 uur

Leerdoelen

Deze les leer/herhaal je:

- Het zelfstandig naamwoord 

- De, het en geen 

- Vervoeging werkwoorden

Bellen betekent in het Duits ...........

1. Blaffen
2. Roepen
3. Schreeuwen
4. Huilen

Hoe vervoeg je werkwoorden? 

EST - TENTEN

TIPS

Bij het invullen van ein/kein kijk je naar het zelfstandig naamwoord. Is het zelfstandig naamwoord vrouwelijk? Dan krijg je een eine/keine. 

Bij het vervoegen van werkwoorden kijk je altijd naar het onderwerp van de zin. Zo weet je namelijk welke uitgang je moet gebruiken (EST TENTEN).

NU JIJ...

2 MAVO: 

Opdracht 3.5, 3.6 en 4.3 maken

(blz. 41 t/m 43 en 46 van werkboek B)

2 HAVO:

Opdracht 3.3, 3.5 en 4.3 maken

(blz. 44 t/m 46 en 48 van werkboek B)

Klaar met het huiswerk?

Elke woensdag bespreken we de antwoorden van het huiswerk. Doe mee in Teams!

Maak nu de Quiz!

Je weet nu:

- welk zelfstandig naamwoord je moet gebruiken

- hoe je de, het, geen kunt vertalen 

- hoe je werkwoorden kunt vervoegen

Nog vragen???

Stel je vragen ELKE WOENSDAG tijdens het vragenuurtje in Teams!

Klas 2a: 10.00 - 10.45 uur

Klas 2c: 11.00 - 11.45 uur

Klas 2b: 11.45 - 12.30 uur

"Duur" is in het Duits...

1. Teur
2. Teuer
3. Tueur
4. Tuer

Welk Duits lidwoord hoort bij

Freundin?

1. Die
2. Der
3. Das

Het Duitse woord Hochzeit betekent ......

1. Getrouwd
2. Gepensioneerd
3. Ongetrouwd
4. Trouwerij

Wat is geen Duits automerk?

1. BMW
2. Mercedes
3. Opel
4. Volvo

Das ist ........................ (mijn) Geburtstagsgeschenk (o)

1. Meine
2. Deine
3. Mein
4. Sein

Mädchen

1. Der
2. Die
3. Das

"Zelfs" is in het Duits...

1. Selbst
2. Selber
3. Sogar
4. Selfst

Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?

1. Geschenkabend
2. Nikolausabend
3. Nikolausnacht

'Zwitsers' is in het Duits:

1. Schweizerisch
2. Schweizerish
3. Schweizerish
4. Schweizerisch

Paardrijden in het Duits?

1. Reiten
2. Pferdfahren
3. Fahren