This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Duits klas 2
Slide 1 - Slide
Welkom bij les 8!
We beginnen aan een nieuw hoofdstuk: Kapitel 6. Dit hoofdstuk gaat over zakgeld, baantjes en winkelen.
We zullen nog even terugblikken op de weken waarin jij onderwijs op afstand hebt gevolgd. Wat ging er goed, wat kon er beter? En belangrijk: hoe kan ik jou helpen om het nóg beter te doen?
Slide 2 - Slide
Welk onderdeel van Duits vind jij nog lastig of juist niet? Vertel ook waarom.
Slide 3 - Open question
Wat kan jijzelf of mevr. Öztürk doen om jou te helpen hierbij?
Slide 4 - Open question
Nu eerst een Quiz over de modale werkwoorden!
Slide 5 - Slide
Wat is de betekenis van dürfen?
A
moeten
B
durven
C
mogen
Slide 6 - Quiz
Wat is de vertaling van Er möchte?
A
Hij wilt graag
B
Hij mocht
C
Hij zou graag willen
Slide 7 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Du musst deine Mund halten.
B
Du müsst deine Mund halten.
C
Du muss deine Mund halten.
Slide 8 - Quiz
Welke zin is correct?
A
Mein Bruder dürft schon Auto fahren.
B
Mein Bruder darf schon Auto fahren.
C
Mein Bruder darfst schon Auto fahren.
Slide 9 - Quiz
Maak nu een paar oefeningen, vertaal: hij kan
A
Er könne
B
Er kann
C
Er kannt
D
Er könnt
Slide 10 - Quiz
Vertaal: jij mag
A
du darfst
B
du magst
C
du darf
D
du mag
Slide 11 - Quiz
Ich (können, tt) ……………. dir helfen.
Slide 12 - Open question
Du (dürfen, tt) ……… heute früher nach Hause gehen.
Slide 13 - Open question
Hausaufgaben
Werkboek B: blz. 77-79 en 82.
Maken: opdracht 1.1, 2.1C, 3.1 en 3.4 van kapitel 6.
- Zie voor het huiswerk ook SOM!
Slide 14 - Slide
Huiswerkbespreking (VERPLICHT!):
Stel je vragen ELKE WOENSDAG tijdens het vragenuurtje in Teams!