Paragraaf 6 Melissa’s levensloop

programma
herhaling paragraaf 5 
huiswerk paragraaf 5.5 opgave 2, 3, 5, 10
uitleg paragraaf 6
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

programma
herhaling paragraaf 5 
huiswerk paragraaf 5.5 opgave 2, 3, 5, 10
uitleg paragraaf 6

Slide 1 - Slide

Noem een voordeel en een nadeel van geld lenen.

Slide 2 - Open question

Wat is rente?
A
aandelen van een bedrijf kopen
B
beloning voor het sparen of lenen van geld sparen
C
geld opzij zetten
D
algemene stijging van de prijzen

Slide 3 - Quiz

Het verschil tussen sparen en lenen is dat
A
Sparen geld kost
B
Lenen geld kost
C
je bij sparen geld uitgeeft
D
je bij een lening niet aflost

Slide 4 - Quiz

Wat is aflossen?
A
Een manier om te kunnen werken
B
Je kunt er een huis mee huren
C
Bewaren van een deel van je inkomsten
D
Terugbetalen van geleend geld

Slide 5 - Quiz

Noem een voordeel en een nadeel van geld lenen.

Slide 6 - Open question

Bas leent voor een nieuwe bank € 1800,-. Hij moet hiervoor 2 jaar elke maand € 80,- betalen. Hoeveel rente moet hij totaal betalen over deze lening?

Slide 7 - Open question

huiswerk paragraaf 5.5 
bespreken opgaven 2, 3,5 en 10

Slide 8 - Slide

paragraaf 6
Levensloop en veranderende inkomen en uitgaven

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Ik kan toelichten hoe inkomsten en uitgaven kunnen veranderen tijdens iemands leven

Slide 10 - Slide

De levensfasen van een mens

Slide 11 - Slide

Hoe verandert je inkomen en uitgaven gedurende je leven?

Slide 12 - Slide

Kinderen
Hoe komt deze groep aan geld?


Waar geeft deze groep het meeste zijn geld aan uit?

Slide 13 - Slide

Jongeren
Hoe komt deze groep aan geld?

Waar geeft deze groep het meeste zijn geld aan uit?

Slide 14 - Slide

Jongeren
Tijdens je opleiding kun je er voor kiezen om een bijbaantje te nemen. 
Zodra je uitgeleerd bent, ga je aan de slag met je baan en zullen de inkomsten stijgen. 

Slide 15 - Slide

Woonruimte
Veel jongeren wonen op kamers als ze werken of studeren. 

Als ze willen trouwen of samenwonen willen ze een woning voor zichzelf. 

Het inrichten van deze woning kost veel geld. 

Slide 16 - Slide

Volwassenen
Hoe komt deze groep aan geld?



Waar geeft deze groep het meeste zijn geld aan uit?

Slide 17 - Slide

Oudere
Hoe komt deze groep aan geld?

Waar geeft deze groep het meeste zijn geld aan uit?

Slide 18 - Slide

Pensioen
Tussen de 60 en 70 jaar ga je met pensioen. 

Hierdoor veranderen je inkomsten en uitgaven weer. 
Wat verandert er? 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Inkomsten veranderen 
stijgen door: 
- beter betaalde baan 
- partner die ook verdient 
andere inkomsten (kinderbijslag etc.)
dalen door: 
- minder te werken
- met pensioen gaan 

Slide 21 - Slide

Uitgaven veranderen 
stijgen door: 
- kosten van eigen woning
- opgroeiende kinderen 

dalen door: 
- kleiner te wonen 
- kinderen die uit huis gaan 

Slide 22 - Slide

Huiswerk
Maken paragraaf 5.6

Slide 23 - Slide

Leerdoelen
Ik kan toelichten hoe inkomsten en uitgaven kunnen veranderen tijdens iemands leven

Slide 24 - Slide