Nederlands H5 Lezen Mening Argument Conclusie

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (lezen)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands 
Hoofdstuk 5 (lezen)

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je met behulp van signaalwoorden een mening, argument en conclusie herkennen en begrijpen.

Slide 2 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?
"Ik vind het prachtig weer vandaag."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 3 - Quiz

Waaraan of hoe herken je dat
"Ik vind het prachtig weer vandaag."
een mening is?

Slide 4 - Open question

Staat hier een feit, mening of argument?
"Omdat hij goede standpunten heeft."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

Welk signaalwoord kondigt een argument aan?
A
namelijk
B
omdat
C
dus
D
concluderend

Slide 6 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?
"Ik vind dat ieder kind voor een huisdier moet zorgen."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?
"Omdat ze zo leren verantwoordelijkheid te nemen."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?
"Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?
"Nederlands is het leukste vak op school."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?
"Morgen moet ik naar de tandarts."
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Davey zegt: "Ik speel in het beste team!"
Dusan zegt: "Want wij hebben de beste verdediging!"
A
Davey: mening Dusan : mening
B
Davey: argument Dusan : argument
C
Davey: argument Dusan : mening
D
Davey: mening Dusan : argument

Slide 12 - Quiz

Mening
Wat je van iets vindt
Hoe je over iets denkt
eens/oneens
Signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, ik denk.

VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk

Slide 13 - Slide

Argument
Uitleggen waarom je iets vindt of denkt
Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers

VB: Ik vind veel geld verdienen erg belangrijk, want dan weet ik zeker dat ik geen geld van mijn vrienden hoef te lenen. 

Slide 14 - Slide

Conclusie
Korte herhaling van de mening en argumenten
Signaalwoorden: dus, concluderend, dat betekent

vb: Als je je afval scheidt, is dat dus goed voor het milieu, omdat je dan zuinig bent met grondstoffen energie. Daarom vind ik dat iedereen zijn afval zou moeten scheiden. 

Slide 15 - Slide

De scholen kunnen weer helemaal open omdat we over het hoogtepunt van de Corona besmettingen heen zijn. Goed onderwijs is belangrijker dan thuiszitten en afwachten.

Slide 16 - Open question

De conclusie is:

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Hoofdstuk 5 (Lezen) opdracht 1,2, 4

Slide 18 - Slide