1.2 Grammar (present simple/continuous)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welcome!

• Start unit 1
• Grammar unit 1.2 (repeat of last year)
• Homework exercises unit 1.2 according to planner
• Test unit 1: October 12 

Welke zin staat in de
PRESENT SIMPLE

1. I am buying a black dress
2. I walk to school everyday

Welke zin staat in de
PRESENT CONTINUOUS

1. I often drink coffee
2. We are walking to the classroom

Present Simple = Tegenwoordige Tijd

ik fiets

jij loopt

hij eet

zij bevriest

het draagt

I cycle

you walk

he eatS

she freezES

it carrIES

SHIT

She

He

IT

bij He/She/IT 

werkwoord

werkwoord eindigend op S-klank

werkwoord eindigend op medeklinker Y

-S

-ES

-IES

-y -S of -IES?

Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y

carry

study

hurry

cry

carrIES

studIES

hurrIES

crIES

Als een werkwoord eindigt op een klinker -y

play

buy

playS

buyS

GEWOONTE

Vaak staat er in de zin een signaalwoord dat aangeeft hoe vaak iets voorkomt.

nooit - soms - af en toe - regelmatig - vaak - altijd

never - sometimes - once in a while - regulary - often - always

He ..... (call) me.

1. call
2. calls

He ..... (go) to the bus station.

1. go
2. goes

We often ........... (talk) about or holiday.

1. talk
2. talks

stam ww                   I run, he runs, we run, she runs

he/she/it = s rule

The Present Continuous 

Gebruik:
Als je iets op dit moment bezig is.
Als je iets op dit moment aan het doen bent. 

Bijvoorbeeld:
Ik ben aan het lopen.
Wij zitten te werken. 

The Present Continuous 

Vorm:
vorm van to be + werkwoord + -ing 

Bijvoorbeeld:
I am teaching. 
She is singing.
We are dancing.

I am eating now. 

We ... the dishes right now

1. are doing
2. is doing
3. am doing

Look! They ... him his present

1. is giving
2. am giving
3. are giving

www.englisch-hilfen.de

www.perfect-english-grammar.com