1.1 Wat is geld?

Deze les:

Nabespreken introductie blz. 6 + 7

1.1 Geld:

--> Wat zijn inkomsten/uitgaven

--> inkomen

--> Waarom sparen mensen/spaarmotieven

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les:

Nabespreken introductie blz. 6 + 7

1.1 Geld:

--> Wat zijn inkomsten/uitgaven

--> inkomen

--> Waarom sparen mensen/spaarmotieven

Slide 1 - Slide

Wat denk jij dat het begrip inkomsten betekent?

Slide 2 - Open question

Wat denk jij dat het begrip uitgaven betekent?

Slide 3 - Open question

Inkomsten

Geld dat je krijgt of verdient


* je verjaardag

* bijbaantje

*zakgeld

*kleedgeld

Tekst
Wist je dat: Middelbare scholieren gemiddeld 118 euro aan inkomsten hebben!

Slide 4 - Slide

Uitgaven

Het geld dat je uitgeeft aan:


* eten

* cadeautjes

* kleding

* etc

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Nu:

Je krijgt van mij een schemaatje. Je maakt je eigen begroting

Op de rechterkant zie je: inkomsten

Op de linkerkant zie je: uitgaven

Zet daaronder neer waaraan en hoeveel geld je uitgeeft ( maak dus een overzicht van jouw inkomsten en uitgaven.

(Klaar: maken cursus 1 opdr 1 tot en met 12)

Slide 7 - Slide



Slide 9 - Slide

Vandaag:

Bespreken jullie inkomsten en uitgaven

(Waarom) Spaar jij?

Spaarmotieven

Slide 10 - Slide

Herhaling: Op welke manier kun je aan inkomsten komen?

Slide 11 - Open question

Herhaling: wat zijn uitgaven?

Slide 12 - Open question



Slide 13 - Slide

Spaar jij en zo ja: waarvoor
spaar je?

Slide 14 - Mind map

Spaarmotieven:

- Sparen voor een doel

* een mooie reis, een nieuwe game, een nieuwe laptop

- Sparen als je later geld nodig zou hebben

* als de wasmachine kapot gaat

* als de auto kapot gaat


Als je het op de bank zet krijg je rente

Slide 15 - Slide

Uitgaven

1. Dagelijkse uitgaven

* uitgaven die je dagelijks doet

2. Vaste lasten

*Uitgaven die elke maand terugkomen

3. Incidentele uitgaven

* Uitgaven die je soms doet

Slide 16 - Slide

Pak de achterkant van je schema:

Zet aan de rechterkant kant

* Dagelijkse uitgaven

Zet in het midden

* Vaste lasten

Zet aan de linkerkant

* Incidentele uitgaven


Vul die met zoveel mogelijk woorden in voor een gemiddeld gezin (zoals die van jou) per uitgaven. De persoon met de meeste woorden wint.

Slide 17 - Slide

Huiswerk voor morgen:

Neem zoveel mogelijk reclamefolders en tijdschriften mee.

Hier gaan we mee aan de slag.


Afmaken cursus 1.1 ( werkblad bij opdr. 15 vind je op blz. 41)

Slide 18 - Slide

Herhaling: Op welke manier kun je aan inkomsten komen?

Slide 19 - Open question

Herhaling: wat zijn uitgaven?

Slide 20 - Open question