Meervoudige procentuele toe en afname

Meervoudige procenten Procentuele toe- afname 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meervoudige procenten Procentuele toe- afname 

Slide 1 - Slide

Vorige les?

Slide 2 - Slide

Procentuele toe- afname
Procenten worden ook vaak gebruikt om een toename aan te geven. Een toename betekent dat een hoeveelheid groter wordt. Een toename in procenten noem je een procentuele toename. 

Natuurlijk kan de hoeveelheid kleiner worden en is er sprake van een afname.


Slide 3 - Slide

Procentuele toe- /afname 
Toename of afname kun je berekenen met de volgende formule:
  
(nieuw - oud) : oud x 100 =toe- /afname in procenten

Slide 4 - Slide

Vraag
Vorig jaar waren er 25 konijnen bij kinderboerderij 'De beestenboel' en dit jaar zijn er nieuwe konijnen bijgekomen, zodat het totaal aantal konijnen nu op 41 ligt. 

Je kunt nu berekenen met hoeveel procent de groep konijnen is gegroeid?

Slide 5 - Slide

Vorig jaar waren er 25 konijnen bij kinderboerderij 'De beestenboel'.
Dit jaar zijn het er 41

Bereken met hoeveel % de groep konijnen is gegroeid

Slide 6 - Open question

Antwoord
In de kinderboerderij is de procentuele toename
25(4125)x100=64

Slide 7 - Slide

Antwoord
In de kinderboerderij is de procentuele toename.
Belangrijk het oude aantal is 100% dus 25 konijnen.
De toename is 41 - 25= 16 konijnen
Aantal
     25
     1
   16
Procent
   100
    4
   64

Slide 8 - Slide

Leerdoelen

Slide 9 - Slide

Meervoudige procentuele afname of toename
Als een bedrag of hoeveelheid meer dan één keer met een percentage afneemt of toeneemt, noem je dat meervoudige afname of toename.


Bij meervoudige afname of toename is er na iedere afname of toename een nieuw totaal. Je kunt de percentages niet bij elkaar optellen om het nieuwe totaal uit te rekenen.

Slide 10 - Slide

Meervoudige afname
In een winkel kost een bank €2.550,-. Petra ziet dezelfde bank in een webshop voor 10% minder dan in de winkel.  Ze ook nog gebruikt een kortingscode waarmee ze 5% korting krijgt.


Hoeveel moet Petra betalen in de winkel?


Slide 11 - Slide

Stap 1:
In de winkel kost het bankstel €2.550.
In de webshop kost het bankstel 10% minder.
100% – 10% = 90% betaald dus 90%
90% van €2.550 = €2.295


Stap 2:
In de webshop kost het bankstel dus €2.295.
Petra krijgt 5% extra korting.
100% – 5% = 95% betaald dus 95%
95% van €2.295 = €2.180,25
Petra moet €2.180,25 betalen voor het bankstel.



Slide 12 - Slide

Korting
Je koopt een paar sportschoenen met 30% korting.
Bij de kassa krijg je nog eens 10% extra korting op de afgeprijsde schoenen.

Hoeveel % korting krijg je in totaal?

Slide 13 - Slide

Vind je deze vraag lastig? Werk dan met een prijs van € 100,-
Stap 1: 30% korting op € 100,- = € 30 korting
Betaalt €100- €30 = €70

Stap 2: 10% extra korting op € 70 = € 7 korting

Stap 3: €30 +€ 7= € 37 korting

Stap 4: € 37 korting op een prijs van € 100 = 37%

Slide 14 - Slide

Vijftig procent plus 20 procent is
70 procent.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Debby kijkt naar de inkomsten en uitgaven op haar bankrekening.

Debby spaart elke maand zoveel mogelijk. Het bedrag dat overblijft na het betalen van haar maandelijkse uitgaven, zet ze op haar spaarrekening.

Hoeveel procent spaarde Debby in november minder dan in oktober? Rond je antwoord af op een geheel getal.

Slide 16 - Slide

Hoeveel procent spaarde Debby in november minder dan in oktober? Rond je antwoord af op een geheel getal.

Slide 17 - Open question

Uitleg
deel : geheel x 100 = ..%
41,51 : 431,43 x 100% = 9,62149132 afgerond 10%
OF: 
Stap 1
spaarbedrag oktober
1856 ,64 - 1425,21 = 431,43
Stap 2
spaarbedrag november
1856,64 - 1466,72 = 389,92
Stap 3
bereken het verschil in spaarbedrag
431,43 - 389,92 = 41,51
Stap 3
volgende pagina

Slide 18 - Slide

Uitleg
Spaarbedrag oktober 431,43

Stap 3
bereken het verschil in spaarbedrag
431,43 - 389,92 = 41,51

Stap 3
verschil in procenten
1 procent = 431,43 : 100 = 4,3143
41,51 : 4,3143 = 9,62149132
afgerond 10%
OF
41,51 : 431,43 x 100% = 9,62149132 afgerond 10%
deel : geheel x 100 = 9,62149132 afgerond 10%

Slide 19 - Slide

Vraag 19: max 2 punten

Norah verdient 2315 euro. Zij krijgt een eenmalige uitkering van 250 euro in december.
Hoeveel procent meer salaris krijgt Norah uitbetaald in december vergeleken met november. Rond af op 1 decimaal.
A
10,8
B
9,3
C
11,2
D
10,3

Slide 20 - Quiz

Norah verdient €2315 per maand. In december krijgt ze een eenmalige uitkering van €250.
We gaan uitrekenen hoeveel procent meer salaris ze in december krijgt dan in november.

Stap 1: Bepaal wat 100% is
Het salaris van november = €2315 → dit is 100%.

Stap 2: Bereken het salaris in december
2315 + 250 = 2565 euro

Stap 3: Bereken het verschil
2565 − 2315 = 250 euro

Stap 4: Bereken het percentage van de toename
(250 ÷ 2315) × 100 = 10,8%

Conclusie:
Norah krijgt in december 10,8% meer salaris dan in november.

Tip: bepaal altijd eerst wat 100% is — dat is het bedrag van vóór de verandering (de oude situatie). Reken daarna uit hoeveel procent de toename is en rond af op 1 decimaal.

Slide 21 - Slide

Debby kijkt naar de inkomsten en uitgaven op haar bankrekening.

De vriend van Debby slaapt gemiddeld 5 van de 7 dagen bij haar.
Hij wil meebetalen aan de huur, maar alleen voor de helft van de huur over de tijd dat hij bij Debby is.
Hij zegt daarom dat hij 36% van de huur moet betalen.
Hoe komt hij aan dit percentage? Leg je antwoord uit en gebruik een berekening.

Slide 22 - Slide

De vriend van Debby slaapt gemiddeld 5 van de 7 dagen bij Debby. Hij wil meebetalen aan de huur voor de tijd dat hij bij Debby is. Hij zegt dat hij daarom 36% van de huur moet betalen. Hoe komt hij aan dit percentage? Leg je antwoord uit en gebruik hierbij een berekening.

Slide 23 - Open question

  • Stap 1: Bepaal wat 100% is
100% = de hele week = 7 dagen.

  • Stap 2: Bereken hoeveel procent hij aanwezig is
(5 ÷ 7) × 100 = 71,4%
Hij is dus 71,4% van de tijd bij Debby.

Stap 3: Hij wil de huur delen voor die tijd
Hij betaalt de helft van zijn verblijf.
71,4% ÷ 2 = 35,7%

✅ Conclusie:
De vriend van Debby is 5 van de 7 dagen bij haar (71,4%).
Als hij de huur voor de helft van die tijd betaalt, komt dat neer op ongeveer 36% van de huur.

📌 Tip: bepaal altijd eerst wat 100% is, reken uit hoeveel procent het deel is, en pas dan toe wat iemand daadwerkelijk wil bijdragen.

Slide 24 - Slide