4 MAVO herhaling hoofstuk 3 op 26 juni

Zuivere stoffen en mengsels
1 / 47
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Dichtheid (stofeigenschap)
Formule: dichtheid = massa / volume




dichtheid is in                    of     
ρ=Vm
cm3g
m3kg

Slide 2 - Slide

De dichtheid van de sleutel is ......... dan de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 3 - Quiz

Bereken de

dichtheid.
timer
3:00
ρ=Vm
A
0,37 g/cm3
B
2,7 kg/m3
C
2,7 g/cm3
D
0,37 kg/m3

Slide 4 - Quiz

Zuivere stof          mengsel
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort moleculen
Zuivere stof of mengsel

Slide 5 - Slide

Wat voor soort mengsel krijg je als je water met olijfolie goed mengt?
A
een oplossing
B
een suspensie
C
een emulsie
D
een extract

Slide 6 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 7 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 8 - Quiz

Welk mengsel is een homogeen mengsel?
A
emulsie
B
legering
C
residu
D
suspensie

Slide 9 - Quiz

Een mengsel heeft een
A
smelttraject
B
smeltpunt

Slide 10 - Quiz

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie

Slide 11 - Quiz

Een mengsel van zout en water is een ............. mengsel
A
homogeen
B
heterogeen

Slide 12 - Quiz

Mengsels scheiden
schei-kunde: oorspronkelijk het scheiden van mengsels in zuivere stoffen.

Slide 13 - Slide

Scheidingsmethoden
extractie --> oplosbaarheid
filtreren --> deeltjesgrootte
indampen/destilleren --> kookpunt
bezinken/centrifugeren --> dichtheid

Slide 14 - Slide

Scheiden van mengsels
  • Twee of meer stoffen in een mengsel uit elkaar halen.
  • Gebruik maken van verschil in stofeigenschappen.

Verschillende eigenschappen: 
  • fase bij kamertemp.
  • kleur, geur
  • oplosbaarheid
  • kook- en smeltpunt
  • elektrische geleidbaarheid

Slide 15 - Slide

Scheiden van suspensie
  • Bezinken = zware vaste stof zinkt naar de bodem > verschil in dichtheid.

  • Filtratie = grote deeltjes vaste stof uit een vloeistof halen middels filtreerpapier > verschil in deeltjesgrootte.

  • Residu = vaste stof die achterblijft in het filter.
  • Filtraat = de vloeistof die door het filter loopt. 

Slide 16 - Slide

Scheiden van oplossing vaste stoffen
  • Indampen = verdampen van het oplosmiddel > verschil in kook-/smeltpunt.


  • Residu = vaste stof die achterblijft.

Slide 17 - Slide

  • Extraheren = één of meerdere vaste stoffen oplossen in oplosmiddel > verschil in oplosbaarheid.
  • Daarna kun je de opgeloste stof filtreren of indampen. 
  • Bij indampen ontstaat een extract.

  • Extractiemiddel = vloeistof waarin de ene stof wel en de andere stof niet oplost.
  • Residu = vaste stof die
    achterblijft.
Bijv.: chemisch reinigen

Slide 18 - Slide

Hoe de blaadjes verwijderen?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Bezinken

Slide 21 - Slide

Centrifugeren

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 25 - Quiz

Op welk verschil berust filtreren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 26 - Quiz

Op welk verschil berust indampen en destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 27 - Quiz

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 28 - Quiz

Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 29 - Quiz

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 30 - Drag question

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 31 - Quiz

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 32 - Quiz

Centrifugeren is een snelle vorm van bezinken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 34 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 35 - Quiz

Van welke stofeigenschap maakt filtreren gebruik?
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrootte
D
Dichtheid

Slide 36 - Quiz

Van welke stof eigenschap maakt extraheren gebruik?
A
Deeltjesgrootte
B
Kookpunt
C
Oplosbaarheid
D
Dichtheid

Slide 37 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 38 - Quiz

Aan de slag

Slide 39 - Slide

dit mengsel is:
het is dus een:
dit mengsel is:
het is dus een:
helder
troebel
oplossing
suspensie

Slide 40 - Drag question

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume
  • Gewicht

Slide 41 - Slide

Suspensie
Emulsie
Oplossing
Omschrijving
Voorbeeld
Rook
Nevel
Vaste stof die niet oplost in vloeistof
Vloeistof die niet oplost in vloeistof
Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof
Krijt in water
Zout in water
Mayonaise
Vloeistofdruppels fijn verdeeld in een gas
Vaste deeltjes fijn verdeeld in een gas
Deodorant spray
Roetwolk uit een uitlaat van een auto

Slide 42 - Drag question

Hiernaast zie je een mengsel.
Wat is dit voor een
soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie

Slide 43 - Quiz

Welke van onderstaande mengsels is een emulsie
A
Zeewater
B
Melk
C
jus d'orange
D
Koffie

Slide 44 - Quiz

Is dit een scheiding?

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Een mengsel heeft een
A
kookpunt
B
Kooktraject

Slide 47 - Quiz