11.2 Anorganische en organische stoffen

Welkom
Telefoon weg
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon weg
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Slide

- Toets bespreken
- Reflectie invullen
- Toets periode 2 leerstof bespreken
- Zelfstandig werken 11.2
Deze les:

Slide 2 - Slide

Toets bespreken:
Gezamenlijk een aantal vragen bespreken
Invullen reflectie (wees eerlijk)


R
reproductie
-plaatjes kennen
-begrippen kennen
T1
toepassing 1 denkstap
- Huiswerkvragen
- Via 1 denkstap wordt er naar een begrip gevraagd
T2
toepassing 2 denkstappen
- Leg uitvragen (formuleren)
- Vragen die je uit een tekst moet halen
- Minimaal 2 denkstappen om bij een goed antwoord te komen
I
Inzicht:
- verband met andere onderwerpen
- algemene kennis

Slide 3 - Slide

- Hst 11, paragraaf 2, 3 en 4
- Hst 12, paragraaf 1 t/m 5
- Hst 13, paragraaf 1 t/m 4


Toets periode 2:
PTA

Slide 4 - Slide

Sleep de organisatieniveaus van klein naar groot, van boven naar beneden, naar de vakjes aan de rechterkant. (T1)
celorganellen
cellen
weefsels
organen
orgaanstelsels
organismen
atomen
moleculen

Slide 5 - Drag question

Scheikunde in de biologie
Bij hoofdstuk 11 komt een beetje
scheikunde kijken.

Schrik niet, maar stel vooral veel vragen en
trek aan de bel als je het niet begrijpt.



Slide 6 - Slide

Leerdoel
Je kan uitleggen waaruit moleculen zijn opgebouwd

Je kan globaal uitleggen wat atomen zijn en waar je informatie over atomen kan vinden

Degenen die scheikunde in hun vakkenpakket hebben mogen nu zelfstandig bezig met deze LessonUp. Maak daarna een samenvatting/begrippenlijst van 11.2

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zijn de bouwstenen van alles
Atomen kunnen verbindingen aangaan. Hierdoor vormen ze moleculen.

Binas tabel 99 laat alle atomen zien die er zijn.

Slide 9 - Slide

Als er naar atomen gerefereerd wordt, dan wordt er vaak gebruik gemaakt van afkortingen. Zoek op waar de volgende afkortingen voor staan:

H, C, O, P, N, S

Slide 10 - Open question

Sleep de juiste elementen naar de juiste afkortingen
C
N
O
He
S
H
P
Ca
Zuurstof
Helium
Zwavel
Waterstof
Fosfor
Calcium
Koolstof
Stikstof

Slide 11 - Drag question

In welke orgaanstelsel is Ca belangrijk?

Slide 12 - Open question

Welk element is belangrijk voor het functioneren van hemoglobine (zit in je rode bloedcellen)?

Slide 13 - Open question

Molecuulformules

Slide 14 - Slide

In nitriet zitten één stikstofatoom en twee zuurstofatomen. Noteer de molecuulformule

Slide 15 - Open question

Welke atomen zitten er allemaal in thymine (T)?

Slide 16 - Open question

Bijzondere notering

Omdat een molecuul soms wel heel vol wordt als je hem volledig uitschrijft, worden koolstof en waterstof atomen soms anders genoteerd.


Elke hoek van zo'n dergelijke ring bestaat uit een koolstofatoom en meerdere waterstofatomen 

Slide 17 - Slide

Bekijk thymine nogmaals. Hoeveel koolstofatomen bevat deze?
A
1
B
3
C
4
D
5

Slide 18 - Quiz

Leerdoel 2 (11.2)
je kent de verschillende soorten organische stoffen en de bijbehorende kenmerken

je kunt het verschil uitleggen tussen anorganische en organische stoffen


Slide 19 - Slide

Succes criteria
je weet wat een organische stof is
je weet wat een anorganische stof is
je kent de verschillende symbolen van de meest voorkomende atomen (C, H, O, N, S, P, enz.)
je kunt in je binas informatie over de verschillende organische stoffen vinden

Slide 20 - Slide

Organische stoffen
  • verbindingen door organismen gemaakt
  • grote, complex gebouwde moleculen
  • bevatten minimaal 2x een C-atoom (uitzondering is methaan)
  • er ligt chemische energie in opgeslagen

voorbeelden: glucose (C6H12O6) - methaan - zetmeel - allerlei soorten vetten - allerlei soorten eiwitten - andere soorten koolhydraten

Slide 21 - Slide

Anorganische stoffen
  • eenvoudig gebouwd
  • bevatten maximaal 1x een C-atoom (uitzondering is methaan)
  • bevatten geen, voor ons toegankelijke, chemische energie
  • afkomstig uit de niet levende natuur

voorbeelden: H2O - CO2 - O2 - N2 

Slide 22 - Slide

Noteer hier drie voorbeelden van organische stoffen

Slide 23 - Open question

Noteer hier drie voorbeelden van anorganische stoffen

Slide 24 - Open question

Gebruik voor de opdracht op de volgende slide je binas

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Aan de slag

Maak een begrippenlijst / samenvatting van deze Lesson-Up

Huiswerk vrijdag 2 november:
- Doorlezen 11.2
- Begrippenlijst Lesson-UP 11.2 les 1


Slide 27 - Slide