week 33 (week 20 2025) Kapitel 8 Landeskunde, lesen + leestoets

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 48
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with text slides.

Items in this lesson

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?


de vierde naamval

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lernziele:

aan het eind van dit lesuur:

  • kun je uitleggen wat naamvallen zijn;
  • ken je het verschil tussen de eerste en de vierde naamval;
  • herken je de voorzetsels die de vierde naamval krijgen;
  • ben je in staat het Stappenplan te gebruiken.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wir fangen an mit einem Filmchen



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoorden
Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vervangen van een zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord
Een zelfstandig naamwoord kan door een persoonlijk voornaamwoord worden vervangen.

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:
das Pferd (o) wordt es
 der Vater (m) wordt er
die Maus wordt sie
die Kinder wordt sie 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:
 
  • om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen
  • in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:
De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1ste naamval
ich
du
er
sie
es 
wir 
ihr
sie/Sie
4de naamval
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie/Sie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang
door
voor
zonder
om
tot
tegen
langs, voorbij

Slide 13 - Slide

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

nog een keer:
Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'  zinsdelen:
1ste naamval = het onderwerp
3de naamval = het meewerkend voorwerp
4de naamval = het lijdend voorwerp

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

samengevat!
1e naamval = onderwerp
                            ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
                           
4e naamval = lijdend voorwerp
                           *  mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie/Sie
                           * na de voorzetsels durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
                        

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
An die Arbeit:

Was:     Macht: Kapitel 7 Wohnen: E Grammatik 
              Aufgaben 21, 22 und 23  en als je dit af hebt:
            Oscarromerotalen: 13-3 t/m 13-8 (link in Magister)
Wie:       selbstständig en online
Hilfe:     die Grammatik auf Seiten 42/43 und 45 en het
               stappenplan
Zeit:        25 Minuten; diese sind auch die Hausaufgaben!
Fertig?  Slim Stampen woorden Hoofdstuk 7



  

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Heb ik de leerdoelen behaald?

  • kan ik uitleggen wat naamvallen zijn?
  • ken ik het verschil tussen de eerste en de vierde naamval?
  • herken ik de voorzetsels die de vierde naamval krijgen?
  • weet ik hoe ik het stappenplan moet gebruiken?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


  • jas in de kluis of op de kapstok
  • pet/muts/capuchon af
  • oortjes uit
  • laptop dicht op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?



  • Landeskunde
  • Lesen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Lernziele :

.... kan ik uitleggen wat synchroniseren is; 
..... ken ik de verschillende leesstrategieën 
..... kan ik een eenvoudige tekst over kleding begrijpen:
..... ken ik de betekenis van woorden uit de Lernliste D-N: Lesen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Leesstrategieën

Slide 26 - Slide

Verder met H3A
Verder met V3A


Soorten leesstrategiën
  • voorspellen
  • voorkennis gebruiken
  • structuur van de tekst ontdekken / gebruiken
  • skimmen
  • scannen / selectief lezen
  • woordbetekenissen afleiden of raden
  • gedetailleerd lezen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

In het kort:

voorspellen: Titel vertalen, plaatje kijken, wat valt op aan de tekst?
voorkennis gebruiken: Wat weet je al van het onderwerp?
structuur gebruiken: Functie van een alinea herkennen
skimmen: Inleiding lezen en de 'ELZA'
scannen: Globaal lezen om informatie te vinden (na het
                    lezen van de vraag zoeken waar de info staat)
intensief lezen: Verbanden leggen; je gaat de vraag nu 
                                beantwoorden
woordbetekenis raden: Ken je het woord uit een andere taal?
                                               Kun je de betekenis uit de context vertalen?



 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
Aan het werk:
Was?    Oefentoets maken
Wie?     Selbstständig 
Hilfe?    ein Wörterbuch
Zeit       35 Minuten
Fertig? wir besprechen die Antworte
               




 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Voorspellen

Kijk naar titel, plaatjes, onderschriften, tussenkopjes en of opvallende woorden. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis gebruiken

Door het gebruik van voorkennis kun je eventueel gebrek aan woordkennis compenseren. Je kunt de tekst dus begrijpen zonder dat je alle (moeilijke) woorden moet kennen of opzoeken. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Structuur ontdekken en gebruiken

Je moet verbanden tussen delen van een tekst kunnen herkennen en aangeven. Denk hierbij aan conclusies, opsommingen, voorbeelden, verwijzingen etc.
Hierbij zijn de signaalwoorden erg belangrijk! 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Skimmen
De tekst snel en globaal doorlezen.

Bij korte teksten: kijk naar de eerste en laatste zin van de alinea (ELZA-methode).

Bij lange teksten: lees de inleiding, eerste en laatste zinnen van alle volgende alinea's. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Scannen
Je scant de tekst om een bepaald stukje informatie te vinden. Als je opzoek bent naar maar één bepaald gegeven, maak je gebruik van scannen. Je leest dus selectief.




Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Intensief (gedetailleerd lezen)
Een (korte) tekst of een gedeelte intensief lezen om de vraag te kunnen beantwoorden. 
De tekst: uitpluizen, verbanden ontdekken en leggen.

Je markeert het stukje  tekst waar je het antwoord hebt gevonden!!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Strategieën tijdens de leestoets
Voor het lezen:
  • Kijk naar de titel -> waar gaat het over?
  • Probeer eerst een beeld te vormen van de tekst. Wat voor een type tekst   is het? Is het bijvoorbeeld een brief, mail, artikel of advertentie?
  • Kijk vervolgens naar de titel van de tekst en bedenk wat jij al van het onderwerp weet. Bekijk eventuele plaatjes of tussenkopjes. Ook is het handig om de opdracht/ vragen die bij te tekst horen van tevoren vast goed te bekijken.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Woordbetekenissen raden / afleiden
Woordenboek gebruiken is handig, maar kost heel veel tijd. 
  • Lijkt het woord op het Nederlands of Engels?
  • Spreek het woord in gedachten uit. 
  • Hak het woord in stukjes.
  • Kijk naar de context waarin de zin staat. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Tijdens het lezen:
  • Je kunt de tekst vervolgens op verschillende manieren lezen:
  • Eerst ga je de tekst skimmen, dat is de tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat. Je bekijkt de opvallende stukjes en per alinea de eerste en laatste zin.
  • Daarna ga je de tekst scannen, waarbij je op zoek gaat naar specifieke informatie.
  • Tot slot ga je  PER VRAAG de tekst intensief lezen, je zoekt het antwoord in de tekst.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Het beantwoorden van de vragen:
Wanneer je de tekst goed gelezen hebt, ga je nogmaals goed naar de vragen kijken. Er zijn verschillende typen vragen:
  • Bij vragen over de hele tekst ga je nogmaals skimmen en zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.
  • Voor vragen naar bepaalde informatie kun je gaan scannen en de juiste woorden zoeken.
  • Als bij vragen regelnummers worden gegeven, is het handig als je de hele alinea daar omheen leest.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Meerkeuzevragen
  • Bij meerkeuzevragen staan de vragen meestal op volgorde van de tekst. Lees alleen het stukje waar jij denkt dat het antwoord staat. Probeer dan eerst zelf een antwoord te geven en daarna te kijken welk antwoord het beste op jouw antwoord lijkt.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Tot slot!
Probeer bij elke vraag het juiste stuk tekst te vinden waar je het antwoord kunt vinden. Hiervoor lees je dus sommige stukjes meerdere keren. Wanneer je het antwoord echt niet kunt vinden, ga je naar de volgende vraag en kun je er later op terugkomen. Misschien heb je dan het antwoord al op een andere plek zien staan!


Slide 43 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
Aan het werk:
Was?    Kapitel 8: Aussehen: B: Landeskunde 
              Aufgaben 11 auf Seite 73
Wie?     Selbstständig und im Buch
Hilfe?    die Wörterliste auf Seite 96 Hören
Zeit       8 Minuten
Fertig? Weiter mit Aufgabe 12 auf Seite 74/75
               




 

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit!
Aan het werk:
Was?    Kapitel 8: Aussehen: B: Landeskunde 
              Aufgaben 11 auf Seite 73
Wie?     Selbstständig und im Buch
Hilfe?    die Wörterliste auf Seite 96 Hören
Zeit       8 Minuten
Fertig? Weiter mit Aufgabe 12 auf Seite 74/75
               




 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Lernziele erreicht?

.... kan ik uitleggen wat synchroniseren is?
..... ken ik de verschillende leesstrategieën?
..... kan ik een eenvoudige tekst over kleding begrijpen?
..... ken ik de betekenis van woorden uit de Lernliste D-N:  Hören
       und Lesen?



Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 48 - Slide

This item has no instructions