Les 1-H1- wk 36

1 / 43
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programm
  • Kennen lernen - 20 min
  • Was machen wir in Periode 1 & 2? - 15 min
  • gegenseitige Erwartungen - 10 min
  • Was weisst du schon? - 15 min
  • Warum deutsch? 15 min
  • Rückblick und Vorausblick 


Programm für heute

Slide 2 - Slide

SICH VORSTELLEN

Mein Vorname ist Antje.
Mein Nachname ist Gösele.
Ich bin Frau Gösele.

Ich wohne in Zandvoort.


Slide 3 - Slide

SICH VORSTELLEN
Jetzt seid ihr dran!

Mein Vorname ist .... .
Mein Nachname ist .... .
Ich bin .... .... .

Ich wohne in .... .


Slide 4 - Slide

Was machen wir in Periode 1 & 2?
Ich 
Wir
&
Festtage

Slide 5 - Slide

Lernziele für H1 - Ich
Aan het einde van hoofdstuk 1, kan je:
  •  jezelf aan iemand in het Duits voorstellen
  • landes kennelijke feiten benoemen
  • vraagwoorden in het Duits benoemen
  • het werkwoord "sein" juist toepassen
  • het persoonlijke voornaamwoord benoemen
  • de juiste uitspraak van het alfabet & vocale toepassen
  • cijfers 1t/m 10 in het Duits goed uitspreken en schrijven

Slide 6 - Slide

Lernziele für H2 - Wir
Aan het einde van hoofdstuk 2, kan je:
  •  over je familie en vrienden in het Duits vertellen 
  • Familie en vrienden voorstellen 

  • het vraagend voornaamwoord/ persoonlijke voornaamwoord  + sein en haben in de tegenwoordige tijd benoemen

  • cijfers t/m 20 in het Duits goed uitspreken en schrijven
  • "Zischlaute" goed uitspreken

Slide 7 - Slide

Was noch?
kreative Aufgaben ( 1 )
1x SO- Woordjes ( 1 )
2x PW ( á 3 keer)


Slide 8 - Slide

Fragen?
Fragen?

Slide 9 - Slide

Klassenregeln-Deutsch
1. Wir sind pünktlich im Klassenraum.
2. Handy sofort in die Telefontasche- wir arbeiten met Laptop oder Tablets!
3. Bring dein Device immer aufgeladen und mit Ladegerät zur Unterrichtsstunde.
4. Klassenzimmer-Regel--> Hand hoch = Ruhe!
5. Wir lassen einander aussprechen (reden nicht gleichzeitig).
6. Es gibt (fast) jede Stunde 10 Minuten Ruhezeit (man darf nicht reden).
7. Zusammenarbeit machen wir leise und konzentriert.
8. Wir gehen freundlich miteinander um und helfen uns gegenseitig.
9. Hausaufgaben werden immer gemacht (Dozentin informieren wenn es nicht klappt)!

Slide 10 - Slide

Klassenregeln-NL
1. We zijn op tijd in de klas. 
2. Stop uw mobiele telefoon in de telefoontas - wij werken met laptops of tablets!
3. Neem uw toestel altijd opgeladen en met oplader mee naar de les.
4. Klassikale regel--> hand omhoog = stilte!
5. We laten elkaar uitpraten (niet tegelijk praten).
6. Er is (bijna) elke les 10 minuten stille tijd (je mag niet praten).
7. We werken rustig en geconcentreerd samen.
8. We zijn vriendelijk tegen elkaar en helpen elkaar.
9. Huiswerk wordt altijd gemaakt (informeer de leraar als het niet lukt)!


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Erwartungen: verwachtingen
  • Doe tijdens de lessen Duits serieus mee. Wat je op school leert, hoef je thuis niet te doen!
  • Maak de (huiswerk-) opdrachten.
  •  Bereid je toetsen goed voor.
  • Spullen op orde: pen,boeken, schrift. 
  • Vragen!! als je iets niet snapt. Ik ben er om je te helpen!!


Slide 13 - Slide

Habe ich etwas vergessen?
Ben ik iets vergeten, dat ons helpt goed samen te werken?

Slide 14 - Mind map

Was erwartet ihr von mir?/
Wat verwacht jij van mij?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

LessonUp- Hoe werkt het?
  • pak je laptop of tablet erbij. 
  • ga naar:www.lessonup.app
  • voer de lescode in.
  • Log in met jouw eigen naam.

  • Even een paar vragen over jouw Duitse kennis. 
  • Doe serieus mee en houdt het netjes! 

Slide 17 - Slide

Welche deutsche Wörter kennst du?/
Welke Duitse woorden ken je al?

Slide 18 - Mind map

Bekijk de afbeelding met de Duitse woorden. 

timer
0:30

Slide 19 - Slide

timer
1:00
Schreibe alle Wörter auf, die du dir gemerkt hast- auf deutsch oder niederländisch.

Slide 20 - Mind map

Bekijk de afbeelding met de Duitse woorden. 

Slide 21 - Slide

Pause
Achter
bahn
Sprung
turm
Reise
tasche
Sonnen
creme
zonnen-brand
acht-baan
pauze
koffer
duik-plank

Slide 22 - Drag question

Hoeveel inwoners telt Duitsland?
A
162 miljoen
B
750.000
C
82 miljoen
D
17 miljoen

Slide 23 - Quiz

Wat betekent: arbeiten
A
werken
B
les geven
C
vertellen
D
rijden

Slide 24 - Quiz

Wat betekent het volgende Duitse woord:
heißen
A
laten zien
B
heten
C
hebben
D
gedag zeggen

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het woord:

das Flugzeug
A
het openbaar vervoer
B
de helikopter
C
de bus
D
het vliegtuig

Slide 26 - Quiz

Wat zijn de kleuren van de Duitse vlag?
A
rood - geel - zwart
B
zwart - rood - goud
C
rood - zwart - geel
D
zwart - rood - geel

Slide 27 - Quiz

in Duitsland bestaan meer dan ........... verschillende soorten worst.
A
100
B
500
C
1000
D
15

Slide 28 - Quiz

Hoe heet deze lekkernij uit Oostenrijk:
A
pudding
B
roerei
C
kaiserschmarn
D
smeerkas

Slide 29 - Quiz

Zwitserland heeft deze lekkere chocolade. Maar welke berg is hier afgebeeld?

A
Matterhorn
B
Zugspitze
C
Alpen
D
Lyskamm

Slide 30 - Quiz

Oktoberfest is ………..
A
een soort Konigdag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
een bekende carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 31 - Quiz

bellen betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 32 - Quiz

Welke van de volgende supermarktketens vind je niet in Duitsland, Oostenrijk of Zwitserland?
A
ALDI
B
C1000
C
Edeka
D
Lidl

Slide 33 - Quiz

Wat krijg je als je in Duitsland een Frikadelle bestelt?
A
een braadworst met saus
B
een sort gehaktbal
C
een broodje kroket
D
een frikadel met mayo curry en uitjes

Slide 34 - Quiz

Wat doen Nederlanders vaak in Oostenrijk?
A
Motorracen
B
Kanoën
C
Jodelen
D
Skiën

Slide 35 - Quiz

Duiters betalen ook sinds 2002 met euros. Wat was daarvoor de munteerheid in Duitsland?
A
Das Deutsche Pfund
B
Die Deutsche Krone
C
Die Deutsche Mark
D
Der Deutsche Franken

Slide 36 - Quiz

Gut gemacht!

Slide 37 - Slide

Warum Deutsch?

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Möchtest du noch etwas zufügen?


Wil je nog iets aanvullen?

Slide 42 - Slide

Rückblick und abschließen
  • Was habt ihr gelernt? 
  • Hat es Spaß gemacht? 

  • Ich fand es super! Bis nächste Woche! :) 
Lesebuch nicht vergessen!!

Slide 43 - Slide