§ 1.5 Laag-Nederland

Welkom bij paragraaf 1.5

Ga rustig zitten en neem je spullen voor je
Leerboek blz 22
Werkboek blz 22
Ipad dicht op tafel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij paragraaf 1.5

Ga rustig zitten en neem je spullen voor je
Leerboek blz 22
Werkboek blz 22
Ipad dicht op tafel

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Herhaling 1.4
We gaan nu klassikaal een aantal herhalingvragen maken

Log in bij Lessen-up 

Slide 3 - Slide

H1 Hoe lang duurt een ijstijd gemiddeld?
A
30.000 jaar
B
50.000 jaar
C
70.000 jaar
D
100.000 jaar

Slide 4 - Quiz

H2 Hoe noemen we heuvels die door de ijstongen zijn achtergelaten in Nederland?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Duinen
D
Zuid-Limburg

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen 
1 Je weet welke maatregelen de mens in Laag-Nederland heeft genomen om zich tegen het water te beschermen.
2. Je begrijpt hoe Laag-Nederland is opgevuld met veen en klei
3. Je kunt met behulp van een foto of topografische kaart aanwijzen of een landschap in Hoog- of Laag Nederland ligt. 

Slide 6 - Slide

Ontstaan veen
Na laatste ijstijd, steeg zeespiegel
Achter de duinen bleef zeeklei liggen..  (werd moeras)

moeras -> veen

Slide 7 - Slide

Open duinen, waddenzee: zeeklei
Gesloten duinenrij: moeras
-> veen op klei

Slide 8 - Slide

Ontstaan van veen 
1. Planten gaan dood
2. Dode plantenresten komen in moeras
3. Onder water is geen zuurstof
4. Daardoor rotten de plantenresten niet weg
5. Er ontstaat een dikke laag dode plantenresten.
6. In hoog Nederland = hoogveen
6. In laag Nederland = laagveen 

Slide 9 - Slide

Ontstaan zeeklei
1. Zeewater stroomt door de duinen het land in
2. Water blijft staan
3. In stilstaand water bezinken kleideeltjes.
4. Er ontstaat een dikke laag zeeklei
5. Zeeklei is heel vruchtbaar

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

De eerste NL in Laag NL hadden het idee dat ze in de waddenzee woonden. Bij vloed nat en bij eb droog. Daardoor maakten zij *terpen

Terp = door mens gemaakte heuvel tegen bescherming van water. 
Een terp

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Enkele begrippen
- Buitendijkse kant: de kant aan zee, waar de sedimentatie nog door ging.

Wadden: De onbegroeide delen van de Waddenzee die twee keer per dag droogvallen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Polders in Nederland

Slide 18 - Slide

Polder
Een gebied omringd door dijken waarbinnen de waterstand wordt geregeld. 

Vroeger deden ze dat met molens.
Tegenwoordig doen ze dat met gemalen (elektrische pompen)

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

Een polder is een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt. 
Er zijn 3 soorten polders; iedere polder heeft een andere onstaanswijze en kenmerkende hoogteligging

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Droogmakerij (méér dan -2 meter onder NAP)





Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Bekende droogmakerijen

1 Flevoland
2 Haarlemmermeer (Schiphol)

Slide 26 - Slide

Wat is het verschil tussen een polder en een droogmakerij?

Slide 27 - Open question

Waarvoor werd een 'ringvaart' gebruikt?

Slide 28 - Open question

Leg uit hoe het Haarlemmermeer drooggelegd is.

Slide 29 - Open question

Bekijk nogmaals dia 22 met de afbeelding. Hoe heet de dikke rand om deze droogmakerij?
A
Een dijk
B
Een terp
C
Een polder
D
Een ringvaart

Slide 30 - Quiz