Rekenen 15-4-2020

Nakijken
We beginnen met het nakijken van de les van gisteren. Pak redactiesommen bladzijde 1 er maar bij!

Elke vraag vul je in op een nieuwe pagina. Je vult alleen het getal in (dus geen tekst achter je antwoord)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nakijken
We beginnen met het nakijken van de les van gisteren. Pak redactiesommen bladzijde 1 er maar bij!

Elke vraag vul je in op een nieuwe pagina. Je vult alleen het getal in (dus geen tekst achter je antwoord)

Slide 1 - Slide

Redactiesommen som 1

Slide 2 - Open question

Redactiesommen som 2

Slide 3 - Open question

Redactiesommen som 3

Slide 4 - Open question

Redactiesommen som 4

Slide 5 - Open question

Redactiesommen som 5

Slide 6 - Open question

Redactiesommen som 6

Slide 7 - Open question

Redactiesommen som 7

Slide 8 - Open question

Rekenen 15-4-2020
Vandaag gaan we weer verder aan de slag met breuken. Zorg dat je weer uitrekenpapier bij de hand hebt!

Slide 9 - Slide

Warming-up: 

Reken de volgende sommen voor jezelf uit:
56:7=
48:6=
27:3=
28:4=
36:9=
54:6=
18:2=
35:7=
64:8=
81:9=

Slide 10 - Slide

Warming up:
Welke breuk is even groot als 1/4?
A
1/6
B
1/8
C
2/8
D
2/5

Slide 11 - Quiz

Warming up:
Welke breuk is even groot als 2/7?
A
1/9
B
6/21
C
3/14
D
7/2

Slide 12 - Quiz

Warming up:
Welke breuk is even groot als 4/5?
A
8/9
B
1/8
C
4/9
D
8/10

Slide 13 - Quiz

Lesdoel:
Ik kan ongelijknamige breuken van elkaar aftrekken. 

Slide 14 - Slide

Concept (1):
Breuk:
Een deel van een geheel. 1/4 betekent 1 deel van iets dat in 4 stukken is verdeeld. Het bovenste getal van een breuk noem je de teller, het onderste getal de noemer.
Ongelijknamig:
Als de noemers (het onderste getal) bij 2 breuken verschillend zijn, dan zijn de breuken ongelijknamig.
1/3 en 1/6 zijn ongelijknamig, want de noemers zijn verschillend. Deze breuken kun je NIET van elkaar aftrekken. 

Slide 15 - Slide

Concept (2):
Gelijknamig maken:
Ervoor zorgen dat twee breuken allebei dezelfde noemer hebben.

Kijk naar het volgende filmpje om te zien
 hoe je twee breuken gelijknamig maakt:

Slide 16 - Slide

Vaardigheid:
(Schrijf deze stappen voor jezelf op)
  1. Schrijf de som op
  2. Trek eerst de helen van elkaar af. Dus in de som 2 1/2 - 1 1/4 = doe je eerst 2-1, daarna ga je verder met 1/2-1/4 
  3. Maak de breuken gelijknamig 
  4. Trek de tellers van elkaar af 2/4 - 1/4 = 1/4  
  5. Tel de helen en de breuk bij elkaar op. Dit is je antwoord. 
    Dus 1 + 1/4= 3 1/4

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Nu ben jij aan de beurt!
Reken de sommen op de volgende pagina's uit en vul het antwoord in.

Vul alleen het antwoord in. 

Slide 19 - Slide

2/5 - 1/3 =

Slide 20 - Open question

1/3 - 2/7 =

Slide 21 - Open question

2/5 - 1/4 =

Slide 22 - Open question

Heb je nog vragen?

Mail het naar de leerkracht!

Kijk nu in het rooster welk werk je moet maken. 



Succes!

Slide 23 - Slide