Par. 4

Hoofstuk 2 - Paragraaf 4
- Het Lötschental - Alpen
- Reliëf en bevolkingsdichtheid 
- Hoogtegordels
- Hoogteligging en temperatuur
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofstuk 2 - Paragraaf 4
- Het Lötschental - Alpen
- Reliëf en bevolkingsdichtheid 
- Hoogtegordels
- Hoogteligging en temperatuur

Slide 1 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Deze les:
  • Korte herhaling paragraaf 3; landschapsgordels
  • Paragraaf 4:
     - De Alpen en Het Lötschental
     - Reliëf en bevolkingsdichtheid 
     - Hoogteligging en temperatuur 
     - 
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide


Landschapsgordels - herhaling par 4.3
In de taiga groeien grassen, mossen en lage struikjes.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz


Landschapsgordels - herhaling par 4.3
In de taiga is het in de winter kouder dan gemiddeld -3 °C.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz


Landshapsgordels - herhaling par 4.3
Permafrost is blijvend bevroren ondergrond.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

De Alpen

Slide 6 - Slide

Bevolkingsdichtheid en reliëf

Slide 7 - Slide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?
Je mag het antwoord zo geven. Eerst goed kijken.

Slide 8 - Slide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?

Slide 9 - Mind map

De Alpen 
Wat doen toeristen die naar de Alpen op vakantie gaan?

Slide 10 - Mind map

De Alpen 
Het Lötschental (Zwitserland)
Gletsjer
Gletsjer = Een enorme ijsmassa die langzaam naar het dal schuift.

Zomer
Winter

Slide 11 - Slide

Gletsjer = enorme ijsmassa die langzaam naar          
                   beneden schuift.

Slide 12 - Slide

Nu doen:
  • Heb je vragen? Uitleg vragen.
  • Maken: opdracht par 2.4:


Slide 13 - Slide

Hoogteligging 
Regel
Hoe hoger hoe kouder
Als je 1000 meter stijgt wordt het 6 graden Celsius kouder.

Uitleg
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af. Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af. De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.
Hoogteligging en temperatuur
BB52

Slide 14 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogteligging en temperatuur:
Pas wanneer zonnestralen op het aardoppervlak vallen geven ze hun warmte af.
Het aardoppervlak wordt daardoor warm en geeft nu zelf warmte af.
De dampkring wordt op die manier van onderaf verwarmd.

Regel:
  • Hoe hoger, hoe kouder
  • Als je 1000 m stijgt wordt het 6°C kouder.

Slide 15 - Slide

Als het in het dal 12 graden is, hoe hoog moet ik dan klimmen voordat ik bij 0 graden kom?
A
500 meter
B
1500 meter
C
1000 meter
D
2000 meter

Slide 16 - Quiz

Nu doen:
  • Heb je vragen? Uitleg vragen.
  • Maken: opdracht par 2.4: 2 


Slide 17 - Slide

Hoogtegordels
Hoogtegordel = Plantengroeizone op een berg
BB51

Slide 18 - Slide

Schrijf de vraag en het antwoord in je schrift.
  1. Waarom groeit de bevolking?
  2. Hoe verschilt de groei van de bevolking per land?
  3. Waarom wonen op sommige plekken veel mensen?
  4. Waarom wonen op sommige plekken weinig mensen?
Hoogtegordel = plantengroeizone op een berg; 
                           ontstaan door verschillen in temperatuur.
  • Eeuwige sneeuw
  • Rotsgordel: door kou en harde ondergrond groeien hier  bijna geen planten meer. 
  • Alpenweiden: grassen, kruiden en lage struikjes:               - Boven boomgrens. Zomers laten boeren hier hun vee         grazen
  • Naaldboomgordel  
  •  Loofboomgordel

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zet de hoogtegordels op de juiste plaats in de tekening.
loofboomgordel
naaldboomgordel
alpenweiden
rotsgordel
eeuwige sneeuw

Slide 21 - Drag question

Nu doen:
  • Heb je vragen? Uitleg vragen.
  • Maken: opdrachten hoogtegordels:                                   par 2.4: 2, 4, 7, 8.

  • Als je deze opdrachten af hebt, mag je ook nog maken: 3, 5 en 6.


Slide 22 - Slide


Hoe goed heb je deze les begrepen?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz