Poëzie en uitleg personificatie
Vorige week
Inleveren boekenpitch
Deadline: vrijdag 29 januari 17.00
- Grammatica: digitaal maken: A4 drillster 4 (heb je nog geen licentie, maak dan Kern opdr. 2 (p. 22) uit het boekje)
- Nieuw Nederlands:
maken kijk op taal H2 opdr 1 t/m 5 (p. 65-66) en H3 opdr. 2 en 4 (p.107-108)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 20 slides, with text slides.
Items in this lesson
Vorige week
Inleveren boekenpitch
Deadline: vrijdag 29 januari 17.00
- Grammatica: digitaal maken: A4 drillster 4 (heb je nog geen licentie, maak dan Kern opdr. 2 (p. 22) uit het boekje)
- Nieuw Nederlands:
maken kijk op taal H2 opdr 1 t/m 5 (p. 65-66) en H3 opdr. 2 en 4 (p.107-108)
Slide 1 - Slide
Uit de weektaak
Uitleg tijdens de online lessen
- Grammatica: Vragend + onbepaald voornaamwoord (voor drillster: + wederkerend)
- NN: Personificatie
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Kijk naar het schilderij en beschrijf wat JIJ ziet
Slide 4 - Slide
Het lezen van een gedicht is net als kijken naar een abstract schilderij. Je weet niet wat de schilder heeft bedoeld.
Je weet niet wat het voorstelt, maar je kunt wel vertellen wat je er zelf in ziet.
Slide 5 - Slide
Het doel van het lezen van een
gedicht is niet per se om
de dichter te snappen.
Slide 6 - Slide
Beeldspraak
Dichters gebruiken beelden om ons op een andere manier naar de werkelijkheid te laten kijken of om iets heel nieuws te maken.
Slide 7 - Slide
Maak de zinnen eens af
Zo lek als een.................................
Een waarheid als een ........................
Afgaan als een ..................................
Stelen als de ...................................
Slide 8 - Slide
Zo lek als een mandje
Eeen waarheid als een koe
Afgaan als een gieter
Stelen als de raven
Zwijgen als het graf
Slide 9 - Slide
Vergelijkingen
ALS
ZOALS
NET ALS
Slide 10 - Slide
Haar ogen hadden een blik
als die van een bang konijn.
Slide 11 - Slide
Zoek de vergelijking(en):
De twee klokkentorens van de kerk,
die van beneden werden verlicht door
rijen schijnwerpers, rezen als robuuste
wachters op boven de lange romp van het
gebouw. Aan beide zijden stak in het
donker een rij smalle, hoge steunberen
uit, als de ribben van een prachtig beest.
Slide 12 - Slide
Een metafoor is een vergelijking zonder het woordje ALS.
Slide 13 - Slide
Wat een zwijnenstal!
Slide 14 - Slide
Het schip van de woestijn.
Slide 15 - Slide
Wat is hier aan de hand?
De golven aaien de zwemmers.
De wind fluistert zacht jouw naam.
De stoelde omarmde het meisje.
De peer lustte wel een appeltje.
Slide 16 - Slide
Personificatie
Voorwerpen en natuurverschijnselen krijgen menselijke eigenschappen.
Bijvoorbeeld:
De stoel omarmde het meisje.
De golven aaien de zwemmers.
Slide 17 - Slide
Personificatie
Dicht drie regels of meer met daarin de volgende woorden in een personificatie:
ruisen
fluisteren
zingen
Slide 18 - Slide
Even samenvatten: soorten beeldspraak:
Vergelijking: je vergelijkt een beeld met de werkelijkheid "Je tuin ziet eruit als een wildernis."
Metafoor: je noemt alleen het beeld; de werkelijkheid wordt weggelaten "Wat is dit een wildernis" (de tuin wordt dus niet meer genoemd!)
Personificatie: levenloos ding (of een dier) wordt als een levend persoon beschouwd, krijgt menselijke eigenschappen.
Slide 19 - Slide
Waarom doen we dit?
Opdrachten in NN
en poëzieopdracht (Poster)
