Klas 3 hoofdstuk 1 herhaling grammatica

Blok 1 Grammatica
Boek: blz. 30 -31
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 1 Grammatica
Boek: blz. 30 -31

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun jij:
de persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde vinden. 

Slide 2 - Slide

Even herhalen

Slide 3 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 4 - Open question

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?

Slide 5 - Open question

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 6 - Open question

Wat is de pv?
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Slide 7 - Open question

Wat is de pv?
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?

Slide 8 - Open question

Wat is de pv in de zin:
De nieuwe mentor van 3a sport elke morgen voor schooltijd.

Slide 9 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
De eerste schoolweken vlogen voorbij.

Slide 10 - Open question

En nu zinsdelen
Zinsdelen is een zin in 'stukjes hakken' zodat de volgorde van de woorden anders worden. Bijvoorbeeld:
1. Ibrahim | loopt | over straat | met een hond.
2. Loopt | Ibrahim | met een hond | over straat?
3. Over straat | loopt | Ibrahim | met een hond.

Slide 11 - Slide

Maak een goede zin met de volgende zinsdelen:

heel hard - op straat - viel - Kelvin - met zijn fiets - gisteren

Slide 12 - Open question

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Richmond | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Over | een paar jaar | heeft | iedereen | een smartwatch.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Ons team | won | gisteren | een belangrijke sportprijs.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Wat is het wg in de zin:
Op school heeft iedereen een iPad.

Slide 17 - Open question

Wat is het wg in de zin:
Mido heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.

Slide 18 - Open question

Wat is het wg in de zin:
Terry zoekt donateurs.

Slide 19 - Open question

Wat is het ow in de zin:
De treinreizigers strandden op het station in Breda.

Slide 20 - Open question

Wat is het ow in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij Gorgito kocht direct een Ferrari.

Slide 21 - Open question

Wat is het ow in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.

Slide 22 - Open question

Wat is het ow in de zin:
Vorig seizoen heeft Raj een paar voetbalschoenen versleten.

Slide 23 - Open question

Pas de tijdsproef toe:
Ik wandel met mijn hond.
ik …… met mijn hond.

Slide 24 - Open question

Pas de tijdsproef toe:
Mijn vrienden hadden mij thuis opgehaald.
Mijn vrienden ….. mij thuis opgehaald.

Slide 25 - Open question

De film is nog niet begonnen.

begonnen =
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
verleden tijd
D
voltooid deelwoord

Slide 26 - Quiz

De mentor belt vanavond de ouders van Thomas

Het onderwerp =
A
De mentor
B
belt
C
vanavond
D
de ouders van Thomas

Slide 27 - Quiz

Gaat Dimitra vanavond skaten?

Het werkwoordelijk gezegde =
A
gaat
B
Dimitra
C
vanavond
D
gaat skaten

Slide 28 - Quiz

Je wil de getalproef toepassen,
wat doe je dan?

Slide 29 - Open question

De mensen fietsen
Een kind fietst

Slide 30 - Slide

Kennis testen
https://quizlet.com/nl/426863526/hoofdstuk-1-woordenschat-3-kader-flash-cards/

https://quizlet.com/nl/299287965/werkwoordspelling-flash-cards/

Kahoot: 

Slide 31 - Slide

Pas de getalproef toe.
De houthakkers hakken de bomen om.

Slide 32 - Open question

  1. Doen...
  1. Ga naar bladzijde 30
  2. Maak de opdrachten: 1 + 2 + 3 + 4 + 5.
  3. Schrijf alleen de pv - ow en wwg op! 
  4. Als je klaar bent, ga je je rustig lezen. 
timer
25:00

Rood: je mag alleen en stil werken

Oranje: je mag samen zachtjes fluisteren

Groen: je mag praten en samenwerken.

Slide 33 - Slide

En nu zelfstandig aan het werk.
Maken: opdracht 1 t/m 5, blz. 30-31
Let op: 
- Opdracht 1: noteer per zin alleen de persoonsvorm.
- Opdracht 3 + 4 + 5: alleen pv - ow - wg.
timer
25:00

Slide 34 - Slide

Evaluatie
  1.    Ik vond deze les ....... en het was wel / niet wat ik ervan verwacht had. 


Schrijf op wat je nog moeilijk vindt en geef dat door aan je docent.



Slide 35 - Slide

Huiswerk
maken:  

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide