De eerste indruk telt

De eerste indruk!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LessonUpMiddelbare schoolBasisschoolPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerroute VL

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

De eerste indruk!

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
  
Je kan vertellen wat een eerste indruk is
Je weet dat je zelf een eerste indruk maakt

Je kijkt eerst naar twee Youtubefilmpjes en ontdekt dat een eerste indruk niet altijd klopt. 

Slide 2 - Slide


Op welk moment vindt de eerste indruk plaats?
A
Als je elkaar voor de eerste keer ziet
B
Als je elkaar voor de derde keer ziet

Slide 3 - Quiz


Wat is belangrijk bij een eerste indruk?
A
Dat je op tijd bent
B
Dat je veel makeup op hebt
C
Dat je schone kleren aan hebt
D
Dat je veel sieraden draagt

Slide 4 - Quiz


Een eerste indruk.....
A
Duurt uren
B
Duurt enkele seconden

Slide 5 - Quiz

Kijk naar de foto's
Je krijgt een aantal foto’s te zien. 
- Welke (eerste) indruk heb je van de personen die op de foto’s staan? 
- Wat is het voor iemand? 
- Wat voor werk heeft hij of zij? 
- Welke hobby’s? 
- Heeft de persoon veel vrienden of juist niet? 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hoe deed jij dat?
In welke situatie heb je ooit zelf iemand verkeerd beoordeeld? Wat gebeurde er? 
Waarom klopte je eerste indruk niet?
Kon je daarna die eerste indruk bijstellen?
Hoe deed je dat?

Slide 9 - Slide

Welke eerste indruk wil jij maken?

Welke indruk willen jullie zelf graag maken op anderen?
Welke tips heb je voor je klasgenoten waar ze op kunnen letten als ze een goede eerste indruk willen maken?
Hoe moeten ze zich dan gedragen? 
Waar moeten ze op letten?

Slide 10 - Slide

Een verzorgd uiterlijk!

Slide 11 - Slide


Wat betekent:
er verzorgd uit zien?
A
Dat je een ander goed verzorgt
B
Dat je jezelf goed verzorgt

Slide 12 - Quiz


Welk antwoord zegt iets over een verzorgd uiterlijk?
A
Op tijd zijn
B
Glimlachen
C
Nette kleding
D
Een hand geven

Slide 13 - Quiz

Omgangsvormen!

Slide 14 - Slide


Wat betekent:
omgangsvormen?
A
Of je er goed uit ziet
B
De manier waarop je met elkaar om gaat

Slide 15 - Quiz


Wat betekent formeel?
A
Privé
B
Zakelijk

Slide 16 - Quiz

Wat zie je aan de persoon op de foto?
------->
A
Deze persoon is niet blij
B
Deze persoon ziet er onverzorgd uit
C
Deze persoon is geïnteresseerd
D
Deze persoon heeft er geen zin in

Slide 17 - Quiz


Hoe gedraag je je bij vrienden?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 18 - Quiz


Wat kan je doen om geïnteresseerd over te komen?
A
Goed luisteren
B
Door de ander heen praten
C
Vragen stellen
D
Naar de grond kijken

Slide 19 - Quiz

Hoe kijk je op de les terug?
• Welke tips kreeg je voor het maken van een eerste indruk?
• Wat ga je met die tips doen?
• Denk nog eens na over hoe jij mensen beoordeelt bij de eerste
   indruk die ze maken, waar let je dan op?
• Klopt de eerste indruk?
  • Hoe kan je zelf een goede eerste indruk maken?

Slide 20 - Slide