Exercice 3 – Mise en route :orange /rouge /rose /blanc / gris / aune /bleu /vert /bleu /rouge / violet / orange / noir/ marron
Exercice 4 – Mise en route
1 stijl 5 kleur
2 draagt 6 als
3 vergeet 7 kleedt zich aan
4 verander- 8 hoed
Over: zonnebril = les lunettes de soleil
Exercice 5 – 1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: sportief, makkelijk zittend, elegant, kleur, merk, leuk, niet leuk, model
2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: sportif, confortable, élégant, joli, j’adore, top, super, couleur
3 B, C
Exercice 6 – Compréhension détaillée : 1 a vrai / b vrai / c faux / d faux
2 a blauw / b rood / c wit
3 2
b een jurkje met kettingen
5 A, B, E, D
6 Waarom geen hoed?
7 a voor haar grote lievelingsbroer
b A
8 Roxane het jurkje, de kettingen
Alban spijkerbroek, overhemd, sportschoenen, hoed
9 Jeanne vindt de kleding van Roxane oké. Ze draagt ook een jurkje met kettingen.
De spijkerbroek van Alban vindt Jeanne niet oké. Ze wil graag dat jongens een (nette) broek aantrekken om naar een feest te gaan. Met het overhemd en de hoed zal Jeanne wel blij zijn.
10 Mais je veux aussi parler des garçons et de leur style.
Vous voulez être élégants ?