3H Blok 2 Grammatica - herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Grammatica H1 - herhaling

Herhaling

Doel van de les

Je kunt de (delen van) zinsdelenin een zin herkennen en benoemen.

Je kunt hoofd- en bijzinnen van elkaar onderscheiden.

Pak je boek erbij

Opdracht 1 op pagina 62

Welk (deel van een) zinsdeel is:

blijkt te zijn verdronken (1)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

voor de kust van Californië (2)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

werd teruggevonden (3)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

half herder, half husky (4)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

een vangst (5)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

samen met de marine (6)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

ze (7)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

hem (8)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

zo'n drie kilometer (9)

Welk (deel van een) zinsdeel is:

op haar (10)

Hoofdzin

1. De pv is het 1e of 2e zinsdeel en staat naast het ond. 
2. De zin kun je als zelfstandige zin opschrijven.
3. Nevenschikking heeft twee hoofdzinnen.
   
4. Nevenschikkende voegwoorden: en, of, maar, want

Bijzin

1. De pv is niet het 1e of 2e zinsdeel. 
2. De bijzin kun je niet als zelfstandige zin noteren. 
3. Onderschikking heeft min. 1 hoofdzin en 1 bijzin.
   

Soms staat het ond in een bijzin     

naast de pv -> dan kun je er 

het woordje 'niet'  of 'nooit'tussen zetten.

Huiswerk

Grammatica

Maken opdracht 2 in eDition

Maken opdracht 3 (vraag 1)

in je schrift