3V_les2_H2.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Startklaar

Startklaar

Startklaar

- Telefoon in je ZAKKIE

- Jas uit

- Spullen op tafel

- Tas op de grond

- naamkaartje

Noem de drie eigenschappen van een kracht.

Welke waarde geeft de krachtmeter aan?

Welke waarde geeft de krachtmeter aan? Geef je antwoord in N.

Hoe noem je het punt waar de zwaartekracht aangrijpt?

Welke krachten werken er op het massablokje?

Het blokje heeft een massa van 50 gram. Bereken de zwaartekracht

Leerdoelen

Je kunt uitleggen welke twee krachten evenwicht maken.

Je kunt beredeneren hoe groot een kracht moet zijn om evenwicht te maken.

Je kunt berekeningen maken met 

C = F_v / u

Krachten in evenwicht

De zwaartekracht F_z werkt naar beneden

De veerkracht F_v werkt omhoog

Er is krachtenevenwicht, 

dus de zwaartekracht is gelijk aan de veerkracht

Krachten in evenwicht

De zwaartekracht F_z werkt naar beneden

De normaalkracht F_n werkt omhoog

De normaalkracht wordt door de tafel 

uitgeoefend op de vaas

De vaas heeft een massa van
3,4 kg. Bereken de grootte
van de normaalkracht.

Uitrekking van de veer

De uitrekking van de veer is de lengte gemeten vanaf de nulstand.

Uitrekking = lengte - beginlengte 

Veerconstante berekenen

veerconstante = veerkracht / uitrekking

C: Veerconstante in N/m

Fv : Veerkracht in N

u: Uitrekking in m

C=​u​​F​v​​​​

Een veer van 12,0 cm wordt belast met
5,0 N. De veer rekt uit tot 14,0 cm.
Bereken de veerconstante.

Welke twee krachten zijn hier in evenwicht?

Aan de slag

Maak van §2.2 opgave 1 t/m 3 (blz 84)

Begrippen uit deze les

• Normaalkracht
• Veerconstante 
• Nulstand
• Uitrekking

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Begrippen uit deze les

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen