wic 2 plantages

Amerika 
De handel van de WIC
de plantages
Doel van de les:
Het leven op de plantage
parg 3
deel 2
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Amerika 
De handel van de WIC
de plantages
Doel van de les:
Het leven op de plantage
parg 3
deel 2

Slide 1 - Slide

In deze les:
  • in checken (2 min)
  • structuur van de week
  • instap quiz
  • het leven op de plantage
  • Filmpje 
  • oorzaak en gevolg
  • WB opdr 7,8 ,9
  • afsluitende vraag. (2 min)

Slide 2 - Slide

de week opbouw
dinsdag altijd les
do/vr meestal vragen uurtje en hw maken moment. 

Slide 3 - Slide


Wat zie e op de kaart
A
route VOC
B
route WIC
C
Moedernegotie
D
Trans-Atlantische handel

Slide 4 - Quiz

Waar specialiseerde de WIC zich in?
A
Slaven en plantageproducten
B
Thee, kruiden, peper, en porselein
C
Goud, zilver en tabak
D
Thee, slaven, tabak en kruiden

Slide 5 - Quiz

Wat is het grootste verschil tussen de VOC en de WIC?
A
De WIC deed aan slavenhandel de VOC in specerijen handel
B
De VOC deed aan kaapvaart
C
De WIC ging richting het Oosten en de VO C naar het westen
D
De VOC werd later opgericht dan de WIC

Slide 6 - Quiz

Welke (tijds)volgorde is juist?
A
VOC - WIC - Oostzeehandel
B
Oostzeehandel - VOC - WIC
C
Oostzeehandel - WIC - VOC
D
VOC - Oostzeehandel - WIC

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we deze handel ook wel?
A
Westelijke handel
B
Slavenhandel
C
Driehoekshandel
D
WIC

Slide 8 - Quiz

Waarom vocht de WIC tegen de Spanjaarden en Portugezen?
A
Die waren concurrenten op de handel
B
Zij waren in oorlog met de Republiek
C
Alle schepen vielen elkaar aan destijds
D
Anders konden ze geen winst maken

Slide 9 - Quiz

Waardoor heeft de Republiek het meeste geld verdiend in de 17e eeuw?
A
VOC
B
WIC
C
Slavenhandel
D
Oostzeehandel

Slide 10 - Quiz

6

Slide 11 - Video

01:37
Wie controleerde het werk op de velden en verdeelden het werk?
A
De plantage eigenaar
B
De plantage directeur
C
De opzichter
D
De basja's

Slide 12 - Quiz

01:53
Wie stond er het hoogst in aanzien?
veldslaaf
Basja
specialist slaaf
huisslaaf

Slide 13 - Drag question

02:46
hoeveel van het totaal aantal slaven was actief op de plantage?
A
Iedereen
B
de helft
C
3 /4
D
1/3

Slide 14 - Quiz

03:32
Waarom werden de slaven gebrandmerkt?
A
zodat men wist bij welke plantage de slaaf hoorden.
B
Zodat men wist wie jou eigenaar was.
C
omdat nu eenmaal normaal was.
D
omdat men de slaven wilde martellen.

Slide 15 - Quiz

08:39
Waarom werden de meeste slaven niet zwaar mishandeld?
A
Uit de goedheid van de het hart van de eigenaar.
B
Omdat het niet normaal was.
C
Omdat een mishandelde slaaf niet kon werken.
D
Omdat het meestal niet nodig was.

Slide 16 - Quiz

oorzaak en gevolg
  1. Europa wil plantageproducten
  2. Er komt slavenhandel
  3. Plantages hebben arbeiders nodig

- Zin...is een directe oorzaak van zin...
- Zin...is een indirecte oorzaak van zin ... én een directe oorzaak van zin...

Slide 17 - Slide

Gevolgen van de ontdekkingsreizen
1.  verspreiding van mensen over de hele wereld onder leiding van blanken: Slaven halen in Afrika/ contractarbeiders vanuit Azie/ blanken die overal gingen wonen (lange termijn)

2. veel mensen sterven door ziekte en geweld (korte termijn, maar het gevolg daarvan is wel op de lange termijn)

3. de start van een wereldeconomie (lange termijn)

Slide 18 - Slide

Wat heb je op gepikt vandaag?
of 
Wat is nog niet duidelijk?

Slide 19 - Slide

08:39
werden de meeste slaven zwaar mishandeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

huiswerk:
leesvragenopdracht op de ELO af en wb parg 3  voor dinsdag

Slide 21 - Slide