3.2 Verwarmen deel 2

Niet naar de wc 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Niet naar de wc 

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3

paragraaf 2:  Verwarmen
deel 2

Slide 2 - Slide

Soortelijke warmte

Soortelijke warmte is een stof eigenschap

Deze grootheid wordt aangegeven met de het symbool c

Slide 3 - Slide

Soortelijke warmte     c

De soortelijke warmte van een stof geeft aan hoeveel energie er nodig is om 1 gram van die stof een temperatuurstijging van 1 graad Celsius te geven.

Slide 4 - Slide

Soortelijke warmte
Het gaat dus om het aantal Joule (warmte-energie) die moet worden toegevoerd aan 1 gram van die stof.

Voor elke oC dat je de stof wil laten stijgen is deze hoeveelheid nodig.

Kijk naar de bijzondere eenheid van soortelijke warmte....

Slide 5 - Slide

Soortelijke warmte
Kijk naar de bijzondere eenheid van soortelijke warmte .....
Het is dus niet alleen

Joule / gram
maar ook
Joule / graad Celsius

Slide 6 - Slide

Soortelijke warmte
Dit noteren we als:
Joule / gram * graad Celsius

J
_______________ 
g  *  oC

Slide 7 - Slide

Soortelijke warmte
water: 4,2 
Joule / gram * graad Celsius

J
_______________ 
g *  oC

Slide 8 - Slide

Hoeveelheid elektrische energie berekenen


Formule:       E = P * t

E = energie in Joule
    P = vermogen in Watt
           t = tijdsduur in seconde

Slide 9 - Slide

Anouk brengt een hoeveelheid water met een begintemperatuur van 12 graden Celsius in 18,5 seconde aan de kook. Het vermogen van de waterkoker is 2000 W.
Bereken de hoeveelheid toegevoerde energie.

Slide 10 - Open question

Oplossing
vermogen:                              P = 2000 W.
tijdsduur:                                  t = 18,5 s.

                                  E =     P     *    t
                                  E = 2000 * 18,5
                                  E = 37000 J

Slide 11 - Slide

Hoeveelheid warmte in een stof berekenen
                                        Formule:       Q = m * c * Δ T

    Q  =  warmte (energie) in Joule
    m  = massa in kilogram
    c    = soortelijke warmte in Joule / kilogram * oC
   Δ T = temperatuurverschil in oC

Slide 12 - Slide

Anouk brengt een hoeveelheid water met een begintemperatuur van 12 graden Celsius in 18,5 seconde aan de kook. Het vermogen van de waterkoker is 2000 W.
c water = 4200 J/kg*oC Bereken de massa van het water.

Slide 13 - Open question

Oplossing
Elektrische energie omgezet in warmte:     37000 Joule
massa:                                        m = ?
soortelijke warmte:               c = 4200 J/kg * oC
temperatuurverschil:        Δ T = 100 - 12 = 88 oC

        Q      =    m   *      c     * Δ T
   37000 =    m   * 4200 *  88
   37000 =    m   *  369600
         m     =   37000/369600
         m     =   0,1 kg   (= 100 gram)

Slide 14 - Slide

Opdrachten


Hoofdstuk 3, paragraaf 2
maken opdrachten 5 t/m 8

Slide 15 - Slide