2.3 eiwitsynthese

2.3 Eiwitsynthese
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
1. Uit welke "letters" bestaat het DNA?
2. Als de ene streng A-C-C-G-T is, wat is dan de volgorde van de andere streng?
3. Uit welke bouwstenen bestaan eiwitten?
timer
2:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.3 Eiwitsynthese
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
1. Uit welke "letters" bestaat het DNA?
2. Als de ene streng A-C-C-G-T is, wat is dan de volgorde van de andere streng?
3. Uit welke bouwstenen bestaan eiwitten?
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

LEERDOELEN
2.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

OEFENING:


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk RNA?

RNA:
AUGACGGCCCAGAGGAUAA


Slide 8 - Slide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TACAACGGACCAGATTTTATT
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 9 - Slide

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC-AAC-GGA-CCA-GAT-TTT-ATT

code van het mRNA:
AUG-UUG-CCU-GGU-CUA-AAA-UAA

Aminozuren:
Met-Leu-Pro-Gly-Leu-Lys-Stop

Slide 10 - Slide

Noem drie verschillen tussen
DNA en RNA.

Slide 11 - Open question

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 12 - Open question

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open question

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 14 - Quiz

Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?
A
UAA
B
UGA
C
UAG
D
UAU

Slide 15 - Quiz

Ik heb de volgende leerdoelen begrepen:
- je kent de bouw en functie van RNA
- je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Aan de slag
opdrachten 11-16 maken
begrippenlijst 2.3 maken




Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

evaluatie

Slide 19 - Slide