6.4.1 Plaats en route bepalen

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Planning
Uitleg 10 min
Werken 30 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min

Slide 3 - Slide

Leerdoel trede 6 
week 5

Je bepaalt een plaats of een route door middel van kaartcodes of coördinaten. Je benoemt de acht belangrijkste windrichtingen. Je werkt met een positief/negatief assenstelsel en je gebruikt bijbehorende begrippen.



 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat gaan wij leren vandaag?




  1. Je gebruikt kaartcodes en coördinaten om locaties op een kaart te vinden of aan te geven.
  2. Je benoemt de 8 belangrijkste windrichtingen op een kompas en wijst ze aan.
  3. Je legt uit wat een windroos is en gebruikt die om de windrichting te bepalen van een gegeven route op een kaart (zonder assenstelsel).
  4. Je bepaalt routes op een kaart.
  5. Je benoemt het vak van een gegeven plaats op een kaart met vakindeling.




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

windrichtingen

Slide 8 - Slide

assenstelsel
  • rooster
  • 2 assen : horizontaal en verticaal
  •  0 van Oorsprong
  • roosterpunten

Slide 9 - Slide

Assenstelsel
  • Welk punt ligt op de x-as en welk punt ligt op de y-as?
  • Welk punt ligt het hoogste en welk punt het laagste?

Slide 10 - Slide

We gaan aan de slag!
Doelen deze week:

Les 1: 6.2.3 Negatieve getallen en voorrangsregels
Les 2: 6.2.4 Alles door elkaar
6.2. Diagnostische oefeningen
Les 3: 6.4.3 Het assenstelsel
+ andere lessen



Slide 11 - Slide

Kunnen wij het nu?
  1. Je gebruikt kaartcodes en coördinaten om locaties op een kaart te vinden of aan te geven.
  2. Je benoemt de 8 belangrijkste windrichtingen op een kompas en wijst ze aan.
  3. Je legt uit wat een windroos is en gebruikt die om de windrichting te bepalen van een gegeven route op een kaart (zonder assenstelsel).
  4. Je bepaalt routes op een kaart.
  5. Je benoemt het vak van een gegeven plaats op een kaart met vakindeling.

Slide 12 - Slide