Leerjaar 1 kader/GL, 1.4 cilinder, kegel en cirkel (G&R 13e editie)

1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les:
  • Kun je een cilinder, een kegel en hun uitslagen herkennen.
  • Kun je een cirkel tekenen.



Boekcontrole 1.3.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Cirkel en cirkel tekenen.

Een cirkel heeft
  • een middelpunt
  • een straal
  • een diameter


  • Een ander woord voor diameter is middellijn.

  • Bij het middelpunt staat een hoofdletter. Hiernaast is dat de letter M.

Slide 5 - Slide

  • De diameter of middellijn loopt van de ene kant van de cirkel door het middelpunt M naar de andere kant van de cirkel.
  • Een straal loopt van het middelpunt naar de rand van de cirkel.
  • De straal past 2x in de diameter.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

  • Voor het tekenen van een cirkel gebruik je een passer.
  • De plaats waar de metalen punt van je passer staat, wordt het middelpunt van de cirkel.
  • De afstand tussen de metalen punt en de potloodpunt is de straal.

Slide 8 - Slide

Waar bestaat een cilinder uit?
A
2 rechthoeken en een gebogen vlak
B
3 cirkels en een rechthoek
C
2 cirkels en een rechthoek
D
2 cirkels en een gebogen vlak

Slide 9 - Quiz

Dit is de...?
A
Diameter
B
Straal

Slide 10 - Quiz

Zie je in dit plaatje de straal of de diameter?
A
straal
B
diameter

Slide 11 - Quiz

De diameter is..
A
Hetzelfde als de straal
B
2 keer de straal

Slide 12 - Quiz

Teken een cirkel met middelpunt M en een diameter van 6 cm.
Teken de diameter in de cirkel.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hieronder zie je zes piramiden.
  • Het grondvlak van de piramiden is blauw gekleurd en ligt altijd tegenover de top.
  • Je ziet de dat een piramide niet altijd op het grondvlak staat. 
  • De top is dus niet altijd bovenaan. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?
  • Je een cilinder, een kegel en hun uitslagen herkennen.
  • Je kunt een cirkel tekenen.

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Maken de volgende opdrachten van H1
65, 67, 68, 74, 76, 78, 87, 89, 91, 92 
In je schrift.

Slide 19 - Slide