Les 4 schooljaar 2020

1 / 29
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De juiste volgorde wat betreft de ontwikkelingsfase is: baby, kleuter, peuter
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

De zintuiglijke ontwikkeling valt onder het verstandelijk gebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Een premature baby is een baby die geboren wordt na minder dan 37 weken zwangerschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

Objectpermanentie is het besef dat mensen en voorwerpen blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bij peuters is vooral een ontwikkeling van de grove motoriek te zien.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

De meeste kinderen zijn eraan toe zindelijk te worden als ze 2,5 jaar zijn
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

De hersenen groeien in de baby- en peuterfase niet zo snel.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Exploratiedrang is de intense behoefte van een peuter om de wereld te ontdekken.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Een peuter kan nog geen onderscheid maken tussen wat leeft en wat niet leeft. Dit noemen we animistisch denken.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

De grote verschillen in taalvaardigheid bij peuters zijn te verklaren vanuit aanleg.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Een peuter kan wel gevoelsmatig meeleven, maar bekijkt de wereld (en anderen) vanuit zijn eigen gezichtspunt.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Egocentrisme wil zeggen dat de peuter zijn eigen wil ontdekt.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Als een peuter koppig is, is het belangrijk hem te laten zien dat jij de baas bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Een veilig gehechte peuter durft de wereld te ontdekken en durft te experimenteren met zijn eigen wil.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Bij een peuter ontwikkelt zich schaamte
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

maken 

opdracht 5a, 5b, 6d, 6e, 6f, 7a t/m 7e

Slide 29 - Slide