Deutsch - Kleidung, Farben und Modal Verben
1 / 19
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat mist er op de vorige slide? (in het Duits enkelvoud + lidwoord)
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Wat mist er op de vorig slide? Schrijf op in het Duits (meervoud + lidwoord)
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Wat zag je op de vorige slide?(enkelvoud + lidwoord)
Slide 8 - Open question
de bruine jas
de rok
het groene overhemd
de trui
De blouse
de rode jurk
de gele broek
die braune Jacke
die gelbe Hose
der Rock
das grüne Hemd
der Pullover
das rote Kleid
die Bluse
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Vertaal in het Duits:
Jouw
Jouw
timer
0:20
A
Mein
B
Dein
C
Sein
D
Ihr
Slide 12 - Quiz
Vertaal in het Duits:
Das ist (zijn) Brille.
Das ist (zijn) Brille.
timer
0:20
A
seine
B
meine
C
his
D
deine
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Vertaal in het Duits:
Dat is mijn ring.
Dat is mijn ring.
timer
0:30
Slide 15 - Open question
Vertaal in het Duits:
de capuchon
de capuchon
Slide 16 - Open question
Vertaal in het Duits:
Wat draag je?
Wat draag je?
timer
0:30
Slide 17 - Open question
Vertaal in het Duits:
De broek is te klein.
De broek is te klein.
timer
0:30
