Week 5-2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

ga zitten volgens de plattegrond svp

Pak je boek

Programme

• deadline inleveren Tâche - roman photo
• bezittelijk voornaamwoord
• oefenen Hoofdstuk 3
• Lesson-up
• volgende week laptop mee dan kan je oefentoets maken in de les

Het bezittelijk voornaamwoord

waar= staan  niet waar=zitten

1. mon prof (m)

2. mon matière (v)

3. ta classe (v)

4. leur contrôle (m)

blz. 126 + 127

Maken

oef. 30d en 30e

oef. 31a 

Châpitre 3

l'école - school

Ecrire

- schrijf op één kant van een vel papier:

5 woorden uit de vocabulaire van H3

- schrijf op de achterkant de vertaling van deze woorden

Ecrire

- je mag gaan staan met je vel papier

- loop naar iemand anders uit de klas en overhoor elkaar de woorden die je hebt opgeschreven

- na 30 seconden loop je naar iemand anders uit de klas en overhoor je elkaar weer

Ecrire

- ik geef jullie cijfers van 1-4 ; onthoud deze cijfers 

- ga met de personen van dezelfde cijfers bij elkaar staan 

- maak samen 2 zinnen met de woorden die jullie op het blaadje hebben staan

- elk groepje schrijft 1 zin op het bord

Lesson-up

log in op Lesson-up

Quelle heure est-il?

1. Il est midi.
2. Il est minuit.
3. Il est douze heures.
4. Il est douze heure.

vertaal: il est minuit et demi.

1. Het is half 1 's middags
2. Het is half 12 's middags
3. Het is half 1 's nachts
4. Het is half 12 's nachts

Quelle heure est-il?

1. il est cinq heures
2. C'est cinq heures et quart
3. il est cinq heures moins le quart
4. il est cinq heures et quart

Répond aux questions:

1. Tu es en quelle classe?

2. Qui est ton prof d'Anglais?

3. Est-il/elle sévère?

4. Tu as quelles matières le mardi?

5. Quelle heure est-il?

6. La première recré, c'est à quelle heure?

7. Quelle est ta matière préférée? 

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord

suis

es

est

sommes

êtes

sont

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

suis

es

est

sommes

êtes

sont

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

avoir (hebben)

Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord

ai

as

a

avons

avez

ont

Persoonlijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

Ik

Zijn

Haar

Hij

Mijn

Uw

Jij

Les choses en classe + bezit.vnw

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden

une trousse

ma 

mon

mes

ton

ta

tes

Hieronder zie je woorden staan. Koppel het juiste bezittelijke voornaamwoord aan het bezit.

La voiture (de auto)

Un stylo (een pen)

Mon

Ton

Son

Ma

Ta

Sa

Mes

Tes

Ses

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden

les plages

notre

nos

leur

leurs

blz 126

oef. 30 a- luister en en onderstreep 

oef. 30b - luister naar de uitleg over het bezittelijk voornaamwoord

blz 127

Maken

oef. 30c+d+e en oef. 31a + c

- je mag werken aan je Tâche; de teksten maken 

- je mag woorden van H3 leren met Slim Stampen

Huiswerk

• Inleveren van je tâche deze vrijdag