Herhaling

Vak: Biologie
Hoofdstuk: Herhaling
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: Herhaling
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je iPad en login op lesson-up.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- heb je de theorie van hoofdstuk 5 herhaalt

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Lars  --> n.v.t. Iedereen doet mee met de klassikale les

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Angelo, Daan, Philip, Vince & Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules

Slide 4 - Slide

Mini-check
Geen mini-check deze les. 
Iedereen doet mee met de klassikale les. 

Slide 5 - Slide

1. Prikkel: Invloed uit de omgeving op een organisme
2. Impuls: Een elektrisch signaal (‘seintje’) dat
van de zintuigcellen door zenuwen naar de
hersenen wordt geleid
A
1 Waar 2 Nietwaar
B
1 Nietwaar 2 Waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar

Slide 6 - Quiz

Een zintuig:
Het is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 7 - Quiz


Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 8 - Quiz

Waar ontstaat een impuls?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel

Slide 9 - Quiz

Wat is de eerste laag die je tegen komt in je huid?
A
Lederhuid
B
Vetweefsel
C
Opperhuid
D
Onderhuidbindweefsel

Slide 10 - Quiz

Hoeveel verschillende zintuigen liggen er in je huid?
A
2
B
3
C
6
D
4

Slide 11 - Quiz

De opperhuid bestaat uit de hoornlaag en de kiemlaag
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

In de hoornlaag worden nieuwe cellen gemaakt
A
juist
B
niet juist

Slide 13 - Quiz

Welk orgaan vangt trillingen op?
A
Oren
B
Ogen
C
Huid
D
Tong

Slide 14 - Quiz

Wat is het hormoonstelsel?
A
Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
B
Alle klieren en organen die hormonen in het lichaam maken
C
Alle hormonen die worden aangemaakt in het lichaam
D
Alle zenuwen die hormonen aanmaken

Slide 15 - Quiz

Wat zijn hormonen?
A
Stoffen die de werking van je hersenen regelen
B
Stoffen waar je ziek van wordt
C
Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
D
Stoffen die je via medicatie moet innemen

Slide 16 - Quiz

Welke twee hormonen maken de eilandjes van Langerhans aan?
A
Insuline en glucose
B
Glucose en Glucagon
C
Glucose en suiker
D
Insuline en Glucagon

Slide 17 - Quiz

Wat is adrenaline?
A
hormoon dat ervoor zorgt dat je gaat vluchten
B
hormoon dat ervoor zorgt dat je gaat vechten
C
hormoon dat wordt afgegeven door de bijnieren en ervoor zorgt dat het glucosegehalte van het bloed stijgt
D
Hormoon dat wordt afgegeven door de eilandjes van Langerhans

Slide 18 - Quiz

Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen, welk deel van het oog bepaald de kleur?
A
netvlies
B
kleurbandjes
C
pupil
D
iris

Slide 19 - Quiz


Met welk onderdeel van het oog kun je het oog alle kanten opdraaien?
A
Glasachtig lichaam
B
Vaatvlies
C
Pupil
D
Oogspier

Slide 20 - Quiz

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 21 - Quiz

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 22 - Quiz

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
A
hersenen,ruggenmerg,zenuwen
B
hersenen en zenuwen
C
zenuwen en ruggengraat
D
hersenen,ruggenmerg,zenuwen en zintuigen

Slide 23 - Quiz

Een functie van het zenuwstelsel

A
bloed zuiveren
B
reacties regelen van spieren of klieren
C
prikkels van de spieren ontvangen
D
zintuigcellen aanmaken

Slide 24 - Quiz

Welke klieren kennen we?
A
zweetklieren
B
talgklieren
C
vetklieren
D
mondklieren

Slide 25 - Quiz

Waar of niet waar?
Gedrag bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Hoe heet een reactie op een prikkel?
A
Bewegen
B
Respons
C
Impuls
D
Reflex

Slide 27 - Quiz


Fietsen op een fiets is een voorbeeld van aangeboren gedrag.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 28 - Quiz

Wat is een waarde?
A
Je mag niet stelen
B
Iemand aanspreken met "u".
C
Je mag niet liegen
D
Eerlijkheid

Slide 29 - Quiz

Bij welke afbeelding is er sprake van een hard geluid?
    1.            2.           3.           4.
A
Afbeelding 1
B
Afbeelding 2
C
Afbeelding 3
D
Afbeelding 4

Slide 30 - Quiz

Waar of niet waar?
Een constante piep in je oor is een teken van gehoorschade.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Vanaf welke decibelhoogte kan er gehoorschade optreden?
A
50
B
60
C
70
D
80

Slide 32 - Quiz

Waardoor kun je minder goed horen als de zintuigcellen in het oor beschadigd zijn?

Slide 33 - Open question

6. Zelfstandig werken
Je gaat zelfstandig leren voor hoofdstuk 5. 



timer
1:00

Slide 34 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- heb je de theorie van hoofdstuk 5 herhaalt?

Slide 35 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
-


Toetsen LJ1: 
Woensdag 17 april
Toets hoofdstuk 5

Slide 36 - Slide