This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Ontwikkelingspsychologie
Les 4 - De Peuter
Slide 1 - Slide
Planning
Les 1. Wat is Ontwikkelingspsychologie?
Les 2. Wat zijn de ontwikkelingsgebieden en de motorische/lichamelijke, cognitieve en seksuele ontwikkeling baby
Les 3. Hechting en sociaal emotionele ontwikkeling baby
Les 4. De lichamelijke/motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling peuters <== vandaag
Les 5. De emotionele en seksuele ontwikkeling van peuters
Les 6. Kleuters alle 5 de ontwikkelingsgebieden
Les 7. Herhalen
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Na de les weten jullie wat de ontwikkeling van de peuter is.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Welke factoren zijn van invloed op de ontwikkeling?
A
Interne factoren
B
Interne en externe factoren
C
Externe factoren
D
Interne, externe factoren en zelfbepaling
Slide 6 - Quiz
Een reflex valt onder de lichamelijke ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Wat houdt exploratiedrang in?
Slide 8 - Open question
Lichamelijk/ motorische ontwikkelingsgebied
Grove motoriek:
Klimmen, springen, rennen
en van alles uitproberen
Bewegingsvrijheid
Zelf aan en uitkleden
Fijne motoriek:
torens bouwen, krassen,
tekenen, papier vouwen
Slide 9 - Slide
Cognitief ontwikkelingsgebied
Exploratiedrang (dreumes) : de behoefte om de wereld te ontdekken
Taalontwikkeling: van 2 woorden zinnen naar korte zinnen
Concreet denken (wat tastbaar is)De peuter kan nog geen onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid
Slide 10 - Slide
Cognitief ontwikkelingsgebied
Magisch denken:
Een peuter kan nog geen onderscheid maken tussen wat leeft en wat niet leeft, tussen werkelijkheid en fantasie. Hierdoor gaat hij zelf verklaringen bedenken voor wat hij niet begrijpt.
Animistisch denken:
Menselijke eigenschappen toekennen aan levenloze voorwerpen. Hij heeft nog geen inzicht in oorzaak en gevolg.
Hoe verklaarde jij de wereld met fantasie?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Taalontwikkeling
Leren door de omgeving na te bootsen. Na de geboorte imiteert een baby de mondbewegingen van zijn moeder en reageert op haar stem.
Brabbelen:
Is de fase in de taalverwerving waarin de baby spraakklanken oefent zonder dat ze tot betekenisvolle (woorden) kan samenvoegen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Pas vanaf 1,5 a 2 jaar gaat een peuter begrijpen dat hijzelf een vast gegeven is, los van wat er om hem heen gebeurt.
Een peuter kan nog niet echt goed samenspelen: hij is nog niet in staat om zich in de anderen te verplaatsen.
Slide 15 - Slide
Parallel spel: is een manier van spelen bij een peuter waarbij hij niet met, maar naast de ander speelt.
Bewegingsspel: is een spelsoort waarbij de motorische activiteiten op de voorgrond staat.
Imitatiespel: is de spelvorm waarin het nabootsen van gedrag centraal staat.
Constructiespel: is een spelsoort waarbij het opbouwen of maken van iets centraal staat.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Emotionele ontwikkelingsgebied
Verlatingsangst:
Dreumes is verdrietig als de ouders weg gaan> Hij kan nog niet bedenken dat zijn ouders terugkomen. Hij heeft het gevoel dat hij aan zijn lot wordt overgelaten.
Slide 18 - Slide
Emotioneel ontwikkelingsgebied
Ik besef :
De peuter ontdekt dat hij een eigen onafhankelijk persoontje is, een eigen wil heeft en zelf besluiten kan nemen.
Egocentrisme:
Peuter is nog niet in staat om rekening met anderen te houden en stelt zichzelf op de 1e plaats
Koppigheidsfase: In deze fase wil de peuter alles zelf doen
Slide 19 - Slide
Angsten
Een peuter kan geen onderscheid
maken tussen fantasie
en werkelijkheid
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Denkbeeldige vriendjes
Soms bedenken peuters een vriendje die ze helpt om de wereld beter te begrijpen.
Maar deze kan soms ook de zondebok zijn wanneer dit goed uitkomt.
Slide 22 - Slide
Seksueel ontwikkelingsgebied
Zindelijk worden
Anale fase: beleeft plezier aan alles wat met ontlasting te maken heeft.