6 HUM - Hoofdstuk 5 Inspraak van de burger: Indelingen van participatie + Participatie via social media
6 Wewe - Hoofdstuk 7 Inspraak van de burger: Indelingen van participatie + Participatie via social media
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GedragswetenschappenSecundair onderwijs
This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
6 Wewe - Hoofdstuk 7 Inspraak van de burger: Indelingen van participatie + Participatie via social media
Slide 1 - Slide
Wat te doen?
Vandaag gaan we verder met "ANTROPIA 6", Hoofdstuk 7: "Inspraak van de burger".
In de vorige lessen doorliepen we al pag. 247 tem pag. 254.
Je doorloopt vandaag deze lesson-up.
Tip: Maak zelf notities in jullie cursus!!
Slide 2 - Slide
Wat nodig?
Wat nodig?
- Je cursus 'Antropia 6': hoofdstuk 7 pag. 247 tem pag. 254
- De extra blaadjes die ik nu zal uitdelen
Slide 3 - Slide
Er bestaan verschillende manieren om politieke participatie in te delen....
Slide 4 - Slide
Verschillende manieren?
2.4.1 Conventioneel - Niet -conventioneel
==> Hiermee zijn we vorige les geëindigd!
2.4.2 Volgens Verba en Nie
2.4.3 Volgens Kersting
Slide 5 - Slide
Conventioneel - Niet-conventioneel
Indien nodig, beluister kort de uitleg ter herhaling!
Slide 6 - Slide
Conventioneel - Niet-conventioneel
Maak de oefening op P.247! Welke vormen van politieke participatie zijn conventioneel en welke niet-conventioneel?
Betogingen – campagne voeren – stakingen – lid zijn van een politieke partij – de gemeenteraad bijwonen
Let op: doe dit niet op papier, maar doe het op de volgende slide!
Slide 7 - Slide
Oef P247: Welke vormen van politieke participatie zijn conventioneel en welke niet-conventioneel?
Slide 8 - Open question
Correctiesleutel P.247
Betogingen: Niet-conventioneel
Campagne voeren: Conventioneel
Stakingen: Niet-conventioneel
Lid zijn van een politieke partij: Conventioneel
De gemeenteraad bijwonen: Conventioneel
Slide 9 - Slide
Verschillende manieren van politieke participatie?
2.4.1 Conventioneel - Niet -conventioneel
2.4.2 Volgens Verba en Nie
2.4.3 Volgens Kersting
Slide 10 - Slide
Volgens Verba en Nie (p. 248)
Beluiste de uitleg over de indeling van Verba en Nie. Maak ondertussen notities/duid de belangrijkste zaken aan in jullie cursus!
Slide 11 - Slide
Volgens Verba en Nie
Haal nu onderstaande papieren erbij, en probeer de juiste uitspraken bij de juiste kolom te zetten.
Let op:doe dit nietop papier, maar doe het op de volgende slide!
Slide 12 - Slide
INSTITUTIONELE PARTICIPATIE
PARTIJPOLITIEKE ACTIVITEITEN
MAATSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN
DIRECTE INDIVIDUELE CONTACTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 13 - Drag question
Verba en Nie
Verba en Nie spraken ook nog over 3 criteria.
Vul het schema in de werkbladen.
Het schema ziet er zo uit:
Slide 14 - Slide
Verbeter nu jezelf
Slide 15 - Slide
Verschillende manieren?
2.4.1 Conventioneel - Niet -conventioneel
2.4.2 Volgens Verba en Nie
2.4.3 Volgens Kersting
Slide 16 - Slide
Volgens Kersting
Besluister het geluidsfragment bij deze slide.
Slide 17 - Slide
Volgens Kersting
Besluister het geluidsfragment bij deze slide.
Slide 18 - Slide
Volgens Kersting
Vul onderaan de voorbeelden aan. Doe dit op je werkblaadjes.
Slide 19 - Slide
Volgens Kersting
controleer jezelf nu!
Slide 20 - Slide
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 1 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 21 - Quiz
Fragment 1: extra uitleg
Demonstratieve participatie
Vrouwen tonen hun solidariteit met hun protest. Er wordt een groepsgevoel gecreëerd.
Slide 22 - Slide
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 2 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 23 - Quiz
Fragment 2: extra uitleg
Participatie in de directe democratie
Met een petitie geven burgers onmiddellijk aan wat ze denken en wegen ze onmiddellijk op de politieke besluitvorming.
Slide 24 - Slide
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 3 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 25 - Quiz
Fragment 3: extra uitleg
Deliberatieve participatie
De focus ligt op communicatie en overleg. Er wordt samen met de burgers gezocht naar oplossingen voor een maatschappelijk vraagstuk, hier de mobiliteit.
Slide 26 - Slide
Opdracht 8 in de cursus: FRAGMENT 4 is een voorbeeld van
A
Demonstratieve participatie
B
Participatie in de directe democratie
C
Deliberatieve participatie
D
Participatie in de representatieve democratie
Slide 27 - Quiz
Fragment 4: extra uitleg
Participatie in de representatieve democratie
Politieke kandidaten nemen het tegen elkaar op en proberen in een debat burgers te overtuigen om voor hen te stemmen.
Slide 28 - Slide
2.5 Participatie via sociale media (P.252)
Slide 29 - Slide
Sociale media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
1. Sociale media sterk toegenomen
2. Veel participatie-instrumenten
krijgen een online variant
Bvb. online petitie, online gemeente-
raad volgen
Slide 30 - Slide
Sociale media?
Voordeel?
- Sneller in gebruik
- Kost minder tijd
- Kost minder moeite
Slide 31 - Slide
Sociale media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
3. Sociale media: mogelijkheid om
persoonlijke ideeën en visies
gemakkelijk te uiten + te delen
Bvb. Post op Instagram --> onder de aandacht brengen, oproepen tot actie of druk uitoefenen op politici
Slide 32 - Slide
Sociale media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
3. Sociale media: mogelijkheid om te reageren, mee te doen, deel te nemen
--> Sociale media is een INTERACTIEF proces!
--> Gevolg: gevoel van herkenbaarheid + verbondenheid
= groepsgevoel
Slide 33 - Slide
Sociale media
Bvb. #metoo
--> delen van persoonlijke
ervaringen rond misbruik
en genderongelijkheid
--> Verschillende verhalen
worden gelinkt aan 1 hashtag#
--> Gevolg: BREDE sociale beweging!
Slide 34 - Slide
Sociale media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
4. Sociale media zorgt voor 'gepersonaliseerde zelfexpressie' --> Gevolg: uniek potentieel voor mobilisatie, door de snelle verspreiding
5. Sociale media zorgt ervoor dat we een COLLECTIEVE identiteit opbouwen = vaak via gedeelde symboliek.
Slide 35 - Slide
Sociale media: gedeelde symboliek
Luister naar het luisterfragment voor extra uitleg.
Slide 36 - Slide
Sociale media?
Vaststellingen laatste 2 decennia:
6. Sociale media wordt vaak gecombineerd met offline participatie.
7. Sociale media vooral door JONGEREN gebruikt:
willen op spontane manier deelnemen, 'ad hoc' op het moment dat het hen uitkomt
Slide 37 - Slide
Opdracht 9
Maak opdracht 9 in de cursus.
In de tabellen worden resultaten weergegeven waarbij gevraagd werd aan jongvolwassenen (18 - 30 jaar) in welke mate ze aan politieke participatie hebben gedaan.
Tabel 1: protestparticipatie
Tabel 2: participatie via social media
Slide 38 - Slide
Opdracht 9: Toon met twee argumenten aan dat participatie via sociale media vooral een communicatieve functie heeft.