What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Vraag en aanbod
Wat bereken je met de formule
QA = QV?
A
De evenwichtshoeveelheid
B
De eventswichtsprijs
C
De aanbodprijs
D
De vraagprijs
1 / 14
next
Slide 1:
Quiz
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat bereken je met de formule
QA = QV?
A
De evenwichtshoeveelheid
B
De eventswichtsprijs
C
De aanbodprijs
D
De vraagprijs
Slide 1 - Quiz
Wat betekent een negatief verband?
A
Als de prijs stijgt dan wordt er meer aangeboden.
B
Als de prijs daalt dan wordt er meer aangeboden.
C
Als de prijs stijgt dan wordt er meer gevraagd.
D
Als de prijs daalt dan wordt er meer gevraagd.
Slide 2 - Quiz
Wat is geen reden dat de vraaglijn naar rechts verschuift?
A
Het aantal afnemers neemt toe.
B
De vraag naar een product is toegenomen.
C
Het product kan goedkoper gemaakt worden.
D
Op populaire influenceer promoot een product.
Slide 3 - Quiz
Wat is de prijs?
Qv = - 2p + 44
Qa = 2p - 12
A
12
B
13
C
14
D
15
Slide 4 - Quiz
Het snijpunt van vraag en aanbod noem je:
A
optimaal
B
nulpunt
C
geen winst geen verlies
D
evenwicht
Slide 5 - Quiz
https://www.youtube.com/shorts/rrdnfXO8h2M
A
Prijs van goud is gestegen want vraag is gestegen
B
Prijs van goud is gestegen want aanbod is gestegen.
C
Prijs van goud is gedaald want de vraag is gedaald
D
Prijs van goud is gedaald want aanbod is gedaald.
Slide 6 - Quiz
Vraag of aanbod?
Scholier wil in de vakantie vakantiewerk doen.
A
vraag
B
aanbod
Slide 7 - Quiz
De aanbodlijn verschuift naar rechts als....
A
De vraag stijgt
B
De aanbieder goedkoper kan produceren
C
De vraag afneemt
D
De aanbieder zijn producten goedkoper kan verkopen
Slide 8 - Quiz
Wanneer is er werkloosheid?
Er wordt gekeken naar de vraag en aanbod van arbeid.
A
Als de vraag groter is dan het aanbod.
B
Als het aanbod groter is dan de vraag.
C
Als het aanbod en de vraag gelijk zijn.
Slide 9 - Quiz
Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en Overheid
B
Werklozen
C
Werkende
D
Geen van alle
Slide 10 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van een concrete markt?
A
De Albert Heijn
B
Een restaurant
C
De huizenmarkt
D
De vrijmarkt op Koningsdag ( waar iedereen zooi verkoopt op straat)
Slide 11 - Quiz
Je hebt goedkope spullen uit China gehaald om ze verkopen op bol.com.
Jij bent...
A
producent
B
consument
C
op zoek naar een echte baan
D
investeerder
Slide 12 - Quiz
Vanaf welke prijs is er geen vraag meer?
Gebruik de vergelijking QV = -40 P +160
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 13 - Quiz
De prijs is 14. Wat is dan de evenwichtshoeveelheid?
Qv = - 2p + 44
Qa = 2p - 12
A
14
B
15
C
16
D
17
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
3.3 De markt op!
November 2018
-
45 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.4 Invloed op de markt!
November 2018
-
45 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Marktmodel
28 days ago
-
20 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Economie voor vmbo
4.4 De prijs van een pizza
May 2025
-
7 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1.7: Marktvormen
May 2025
-
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
6.3 - Op de markt
July 2025
-
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
1.7 - Op de markt
September 2025
-
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4.3 Is het druk op de arbeidsmarkt?
November 2018
-
64 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld