This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag
Poëzie --> trucjes
Songtekstenanalyse
Zelf schrijven
Slide 2 - Slide
Lesdoel:
Je kent wat trucjes om gedichten te schrijven -> volrijm, alliteratie, assonantie
Je kunt de trucjes toepassen in je eigen gedicht.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Geef zoveel mogelijk voorbeelden van rijm. Het mogen steeds andere soorten rijm zijn!
Slide 5 - Open question
Eindrijm & Volrijm
Eindrijm: Rijm aan het eind van twee zinnen.
Vb. vol - bol, rijm - lijm
Volrijm: waarbij de klank van de laatste lettergreep van twee woorden volledig overeenkomt, inclusief de beklemtoonde klinker en alle volgende medeklinkers.
Vb. wanden - handen, wandelen - handelen, haren-bedaren
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Beginrijm: alliteratie
Alliteratie:
Wij weten wat we willen!
De kat krabt de krullen van de trap.
Berend Botje, Donald Duck, Guus Geluk, Mickey Mouse
Witte winter,
wollen wanten,
warme jas
waar gisteren nog gras was
zie ik pijltjes in de sneeuw
poes volgt de pootjes
van een spreeuw
Wanneer verschillende woorden met dezelfde letter beginnen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Welke letter hoorde je net heel vaak?
Slide 10 - Slide
“Ik voel me rot ik ga kapot
Ik lijk wel zot tot over mijn oren smoorverliefd op jou”
(Smoorverliefd, Doe Maar)
Slide 11 - Slide
Assonantie (klinkerrijm)
Assonantie:
Let op de klank van de klinkers als je half wilt rijmen.
Herhaling van de klank van de klinkers in het midden van woorden,
zonder verder te rijmen
Slide 12 - Slide
Songteksten analyse
Je krijgt een blad met drie stukjes songtekst.
Arceer de rijm. Werk met meerdere kleuren zodat je de verschillende soorten rijm ieder een eigen kleur geeft. Als je nog andere opvallendheden ziet die je interessant vindt, arceer ze dan ook!
- Volrijm
- Alliteratie (beginrijm)
- Assonantie (klinkerrijm)
- Andere mooie woorden of trucjes
Slide 13 - Slide
Wees zelf de poëet!
Kies één van de afbeeldingen.
Schrijf een gedicht op basis van de afbeelding.
Probeer de trucjes toe te passen!
Klaar met één gedicht? Kies een andere afbeelding of ga zelf op zoek naar een afbeelding die je inspireert. Schrijf nog een gedicht.
Slide 14 - Slide
Poëzie in beeld
Slide 15 - Slide
poëzie versus beeld
Poëzie kan beelden of gevoelens en associaties oproepen. Fotografie kan ook gevoelens en associaties oproepen, en kan zelfs tot poëzie leiden.
Vandaag leer je hoe beeld je kan helpen om poëzie te schrijven.
Slide 16 - Slide
Leren associëren
Welk(e) woord(en) roepen de volgende beelden bij je op?
Ik tel tot 3. Benoem dan wat als eerste bij je opkomt.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Is groente altijd een plant?
Kan groente uitgroeien tot een bloem?
Wat is het verschil tussen groente en fruit.
Slide 21 - Slide
Beeldopdracht: pak je telefoon
Bedenk een plek (of voorwerp) op school die je wilt fotograferen.
Je krijgt 4 minuten de tijd om deze plek of het voorwerp vanuit verschillende hoeken vast te leggen.
timer
4:00
Slide 22 - Slide
Observatie van feiten
Schrijf jouw plek of voorwerp op een A4-blaadje.
Wat observeer je?
Noteer zo veel mogelijk woorden die de foto bij jou oproepen. Denk aan feitelijke gegevens (kleur, formaat, grootte, vorm, rondingen et cetera).
timer
3:00
Slide 23 - Slide
Verplaats jezelf
Wees die plek of dat voorwerp op je foto. Hoe voel je je? Bijvoorbeeld: gewaardeerd, eenzaam, blij, populair, alleen, zen/rustig, et cetera.
Noteer zo veel mogelijk woorden die de foto bij jou oproepen.
timer
3:00
Slide 24 - Slide
Poëzieopdracht
Schrijf een gedicht van minimaal 5 regels.
We kiezen voor de vrije versvorm: je mag rijmen, maar bent het niet verplicht.
De volgende les draagt iedereen zijn of haar gedicht voor.
Slide 25 - Slide
Wees zelf de poëet!
Kies één van de afbeeldingen.
Schrijf een gedicht op basis van de afbeelding.
Klaar met één gedicht? Kies een andere afbeelding of ga zelf op zoek naar een afbeelding die je inspireert. Schrijf nog een gedicht.