Grammatica - Taalkundig

Grammatica
Taalkundig
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammatica
Taalkundig

Slide 1 - Slide

Werkwoorden
Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen je wat iemand of iets doet of wat er gebeurt. Zonder werkwoord heb je geen goede zin.

Een werkwoord heeft verschillende vormen. Het past zich aan, aan wie of wat het doet.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is het werkwoord in de volgende zin?

Ik keek gisteravond naar een spannende film.
A
ik
B
gisteravond
C
keek
D
film

Slide 5 - Quiz

Wanneer hebben we weer les op school?
A
hebben
B
weer
C
les
D
school

Slide 6 - Quiz

Het sneeuwde dinsdag even!
A
het
B
sneeuwde
C
dinsdag
D
even

Slide 7 - Quiz

Typ het werkwoord:

Ik maak een ommetje met de hond vandaag.

Slide 8 - Open question


Wij drinken morgen samen een drankje.

Slide 9 - Open question


Dit weekend maak ik een sneeuwpop.

Slide 10 - Open question

Maken Blok 1 - Grammatica - 1.4

Slide 11 - Slide

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Een zinsdeel bestaat uit één of meer woorden. In een zinsdeel kan een werkwoord staan, maar er zijn ook andere woordsoorten: het lidwoord en het zelfstandig naamwoord.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor mensen, dieren, planten en dingen.

Slide 14 - Slide

Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden: namen van mensen en dieren, maar ook namen van plaatsen, rivieren en landen.
Zelfstandig naamwoord 

Slide 15 - Slide

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden.

Het lidwoord een kun je bijna altijd gebruiken.

Bij het meervoud hoort altijd de.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Maken Blok 6 - Grammatica - 6.4
opdracht 10, 11, 12 en 14!

Slide 18 - Slide