Les 8 week 40 bijwoordelijke bepaling

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Planning
  • lezen
  • oefenen
  • instructies voor de toets

Slide 3 - Slide

Stelling
In een samengestelde zin kunnen meerdere gezegdes en onderwerpen zitten.


Slide 4 - Slide

ontleedvolgorde
Onderstreep de persoonsvorm
Hak de zin in stukken.
En dan ontleden in de volgende volgorde:
1.pv (persoonsvorm)
2.ow (onderwerp)
3.wg of ng (werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde)
4.lv (lijdend voorwerp)
5.mv (meewerkend voorwerp)
6. bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Slide

Maken in Learnbeat
Hoofdstuk 2 Grammatica
paragraaf 2.6, onderdeel F, voortgangstoets opgave 2, 3, 4. 

Slide 6 - Slide

Oefenzin 1
Door de staking | ontstonden | enorme vertragingen.
pv= ontstonden
ow= enorme vertragingen
wg= ontstonden
ng= geen
lv= geen
mv= geen


Slide 7 - Slide

Oefenzin 2
De burgemeester | is | vanochtend | het eerste exemplaar |aangeboden.
pv=
ow=
wg=
ng=
lv=
mv=

Slide 8 - Slide

Oefenzin 2
De burgemeester | is | vanochtend | het eerste exemplaar |aangeboden.
pv= is
ow= het eerste exemplaar
wg= is aangeboden
ng= geen
lv= geen
mv= de burgemeester
Alleen het zinsdeel vanochtend moet je nu nog ontleden (komt later)

Slide 9 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Niet altijd is de bijwoordelijke bepaling gemakkelijk te vinden door het stellen van vragen zoals: wanneer, waarom, waarmee etc. Belangrijk: de bijwoordelijke bepaling zegt iets over het gezegde.

Tip:
Houd de ontleedvolgorde aan, dan zie je vanzelf welke woorden overblijven. Dat is de bijwoordelijke bepaling. Later krijg je nog andere mogelijkheden die je kunt kiezen, maar in de zinnen die je nu krijgt aangeboden nog niet. 

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Learnbeat: hoofdstuk 2 Grammatica

Doornemen: alle theorie op papier t/m meewerkend voorwerp

Afmaken: paragraaf 2.5 onderdeel B


Slide 11 - Slide