Les 1: Herhaling 'lezen'

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

• Telefoons in de telefoontas.
• Pak je boeken voor je.

Wat gaan we doen?

- Antwoorden bespreken

- Herhaling theorie

- Zelfstandig werken

- Huiswerk

- Afsluiting

Antwoorden bespreken

Opdracht 2 (blz. 239)

Lesdoelen

• Je kunt hoofdzaken van bijzaken onderscheiden.
• Je weet wat kernzinnen zijn en waar ze staan in een tekst.
• Je herkent tekstverbanden en signaalwoorden in een tekst.
• Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen.
• Je kunt de hoofdgedachte van een tekst formuleren. 

Hoofd- en bijzaken

• Hoofdzaken: De belangrijkste informatie in een tekst.
• Bijzaken: Minder belangrijke informatie in een tekst.

Kernzinnen

Kernzin

• Hierin staat de belangrijkste informatie van de alinea;
• Meestal de eerste of laatste zin van de alinea;
• Om de kernzin heen staat extra informatie.

• Wat staat er allemaal in een samenvatting?

Verbanden en signaalwoorden

• Tekstverband: De samenhang van woorden, zinnen, alinea's in een tekst.
• Signaalwoorden: Woorden waaraan je ziet om welk tekstverband het gaat.

(Deel)onderwerp

Wat is het verschil?

• Deelonderwerp:
• Verschillende delen van het onderwerp worden besproken.

Hoofdgedachte

• Eén zin die het belangrijkste samenvat wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezet. 
• Waar?: Meestal in de inleiding of het slot.
• Soms moet je zelf een hoofdgedachte formuleren.

Aan de slag

Wat: Opdracht 4 (blz. 75 t/m 77)

Maak alleen vraag: 1, 4, 6, 8, 10 en 11

Hoe: Zelfstandig

Hulp: Kom vooraan bij het bureau zitten

Tijd: 5 minuten

Lesdoelen

• Je kunt hoofdzaken van bijzaken onderscheiden.
• Je weet wat kernzinnen zijn en waar ze staan in een tekst.
• Je herkent tekstverbanden en signaalwoorden in een tekst.
• Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen.
• Je kunt de hoofdgedachte van een tekst formuleren. 

Huiswerk 

- Leren: Theorie 'De brug' (blz. 236 en 237)

- Maken: Opdracht 4 (blz. 75 t/m 77) Maak alleen vraag: 1, 4, 6, 8, 10 en 11