ovk A2 puber

1 / 28
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met het begin prepuberteit?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

Benoemen dat de omgeving deze processen beïnvloed. Rijping kun je echter niet beïnvloeden, je kunt dit niet versnellen, maar wel de voorwaarden creëren om rijping mogelijk te maken.
Welke leeftijd gebruiken we voor pubers
A
12 tot 17 jaar
B
13 tot 18 jaar
C
12 tot 16 jaar
D
13 tot 17 jaar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

Bij het individuatieproces stelt een puber zich de volgende vragen: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik en wat vind ik? Hij moet antwoorden zien te vinden op deze vragen en doet dit op verschillende manieren:

Hij neemt personen als voorbeeld die zijn zoals hij ook wil zijn. In de puberteit identificeert een puber zich met zijn idolen, denk aan popsterren, filmhelden of sporters. Een puber wil net zo zijn, er precies zo uitzien als zijn idool.
Hij experimenteert met de eigen onafhankelijkheid. Ook experimenteert hij op verschillende manieren met zijn gedrag en uiterlijk. Enerzijds is er het ontdekken van wat hij wil en wat hij kan, anderzijds is er het uitproberen wat er gebeurt als hij zich op een bepaalde manier gedraagt. Vooral ouders (en andere opvoeders) worden geconfronteerd met gedrag als te laat (thuis)komen, spijbelen en roken.
Hij gaat op zoek naar eigen normen en waarden. Een puber bekijkt de normen en waarden van zijn ouders kritisch, terwijl hij tegelijkertijd in aanraking komt met nieuwe normen en waarden van de leeftijdsgroep.
Wat betekent de afkorting VSV?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

wat houdt seksuele rijping in?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Tot welke leeftijd ontwikkelen de hersenen zich?
A
20/21 jaar
B
21/22 jaar
C
23/24 jaar
D
24/25 jaar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke onderdelen zijn nog in ontwikkeling in de hersenen van pubers?

(meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
zelfstandig werken
B
plannen
C
organiseren
D
structuur aanbrengen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Bij pubers verschuift het slaapritme naar achteren. Dit komt doordat het stofje dat je slaperig maakt pas later wordt aangemaakt.
Hoe heet dit stofje?
A
dioxine
B
endorfine
C
morfine
D
melatonine

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het begrip individualisatieproces?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

waar of niet waar:

Het begrip conformisme betekend dat je jezelf aanpast aan een bepaalde groep.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waardoor kan een puber last hebben van stemmingswisselingen
A
door de groeispurt
B
door de toename van de hormoonproductie
C
door te veel endorfine
D
door fantasieën

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

wat behoort tot de seksuele ontwikkeling?
(meerdere antwoorden zijn mogelijk)

A
lichamelijke seksuele rijping
B
seksueel-erotische fantasieën en gevoelens
C
stemmingswisselingen
D
eerste ervaring met seksuele omgang

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions