Herhaling powerpoint Inkomen en Koopkracht

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Herhaling powerpoint Inkomen en Koopkracht

Leerdoelen:

• De leerling kent de verschillende vormen van inkomen en uitgaven van het gezin en kan hiervan voorbeelden geven
• De leerling kan het verschil tussen bruto-en nettoloon uitleggen en rekenen in verschillende vormen
• De leerling weet wat de begrippen nominaal, inflatie en koopkracht inhouden en uitleggen in eigen woorden
• De leerling kan de koopkracht bereken met de simpele en nic/pic=ric formules

Dividend is een vorm van inkomen uit ........

1. Arbeid
2. Bezit
3. Overdracht
4. Natura

Wat voor type uitgave is een reparatie aan je fiets?

1. Vaste last
2. Dagelijkse uitgave
3. Incidentele uitgave
4. Belasting

Leg in je eigen woorden uit wat "vaste last" betekent

Welke begrippen ontbreken in de begroting?

Het loon voor inhouding van loonheffing en pensioen.

1. Brutoloon
2. Nettoloon
3. Besteedbaar inkomen
4. Reeel inkomen

Bart verdient € 4.500 bruto per maand. Hij krijgt € 3.105 als nettoloon.
Bereken hoeveel procent er wordt ingehouden op Bart zijn brutoloon.

1. 30%
2. 70%
3. 69%
4. 31%

Geef een volledige omschrijving van het begrip "koopkracht"

Nominale inkomen: 1%

Inflatie: 12%

Reeël inkomen?

Reeël inkomen: 2%

Inflatie: 3%

Nominaal inkomen?

Nominaal inkomen: 3%

Reeël inkomen: 2%

Inflatie?

Nominaal inkomen: 2%

Reeël inkomen: 3%

Inflatie?

– 1%

5%

– 11%

1%

Procentuele verandering vs indexcijfer

Gebruik NIC:PICx100%=RIC.
Nominaal +6%. Inflatie +2%.
Bereken RIC

1. 104
2. 102,9
3. 103,9
4. 96,2