1. a. Voor werk krijg je betaald, voor je hobby meestal niet. Werk is iets waar anderen behoefte aan hebben, een hobby doe je vooral voor jezelf.
b. Werk is hobby: muzikant, sportleraar, professionele sporter, fotograaf, schrijver, kunstenaar,
Werk is geen hobby: vuilnisman, asbestverwijderaar, inpakker, schoonmaker, stratenmaker.
2. a. Deze zaken zijn nodig om in leven te blijven.
b. NEE, want je kunt best zonder communicatiemiddelen leven. Voor eerste levensbehoeften geldt dat niet.
3. De behoefte om ergens goed in te worden. Hij wilde iets maken met zijn hart zodat hij er trots op kon zijn, dat hij iets bereikte, dat hij zichzelf ontwikkelde.
Sander heeft een hogere status, want hij is succesvol ondernemer.
6. Voorbeeldantwoorden:
Mensen met werk zijn belangrijk want: ze betalen belasting aan de overheid; ze geven geld uit en dat is goed voor de economie; want ze hebben het gevoel dat ze erbij horen; want ze hebben geen uitkeringen nodig en dat geld kan voor andere nuttige zaken gebruikt worden; want ze hebben geen tijd en behoefte om zich met criminaliteit in te laten; want ze komen met andere mensen in aanraking en dat kan voor meer tolerantie en respect zorgen en dat zorgt voor meer sociale cohesie.