Les 2 Hammie - Tanja de Jonge (kort verhaal) leerjaar 2
Hammie - Tanja de Jonge
Wie vertelt het verhaal na?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Hammie - Tanja de Jonge
Wie vertelt het verhaal na?
Slide 1 - Slide
Hoe denken de verschillende familieleden van Maud over de hamster in dit verhaal? Wat vindt Mauds vader van de hamster?
Slide 2 - Mind map
Hoe denken de verschillende familieleden van Maud over de hamster in dit verhaal? Wat vindt Maud van de hamster?
Slide 3 - Mind map
Hoe denken de verschillende familieleden van Maud over de hamster in dit verhaal? Wat denkt Thomas over de hamster?
Slide 4 - Mind map
Nachtscene blz 48
Luister naar de scene in de nacht, waarin Maud bij de bank zit en Thomas de kamer binnenloopt. Wat denkt Maud op het moment dat ze bij de bank zit en een geluid hoort? (bijvoorbeeld: wat hoor ik? Wat doet hij hier?)
Slide 5 - Mind map
Nachtscene blz 48
Luister naar de scene in de nacht, waarin Maud bij de bank zit en Thomas de kamer binnenloopt. Wat denkt Thomas als hij binnenkomt? (bijvoorbeeld: wie is dat?)
Slide 6 - Mind map
Nachtscene blz 48
Luister naar de scene in de nacht, waarin Maud bij de bank zit en Thomas de kamer binnenloopt. Wat denkt de hamster? (bijvoorbeeld: ik heb honger.)
Slide 7 - Mind map
Vertelperspectief
Je kunt een verhaal vertellen vanuit verschillende standpunten of perspectieven.
Verschil schrijver en verteller
Slide 8 - Slide
Het ik-perspectief
De verteller is een ik-figuur die als personage meespeelt in het verhaal. De lezer ziet alles door zijn/haar ogen en weet wat hij/zij denkt en voelt. Van de andere personages weet je alleen wat de ik-figuur vertelt.
Slide 9 - Slide
De hij/zij-verteller (personaal perspectief)
Je bekijkt het verhaal door de ogen van één van de personages.
Je kent zijn of haar gedachtes en gevoelens, maar niet die van de andere personages in het verhaal.
Slide 10 - Slide
De alwetende verteller
De verteller speelt zelf geen rol in het verhaal. Hij vertelt over de personages in de hij of zij-vorm, net als de hij/zij-verteller. Maar deze verteller weet van alle personages wat ze zien, horen, denken en voelen. Hij weet wat er eerder gebeurde, wat er tegelijkertijd gebeurt en hoe het verhaal verder gaat.
Slide 11 - Slide
Schrijfopdracht
Kies uit de drie schrijfopdracht een schrijfopdracht.
Slide 12 - Slide
Schrijfopdracht 1 hamster
Herschrijf de nachtscene vanuit het perspectief van de hamster. Hij verstopt zich voor Thomas en Maud.
Waarom zou hij dit doen? Is hij bang? Wil hij vrij zijn? Wat voelt en denkt de hamster.
Je herschrijft de scene in 100 – 150 woorden.
Slide 13 - Slide
Schrijfopdracht 2 Thomas
Herschrijf de scene vanuit het perspectief van Thomas. Maak gebruik van de gedachten die je bij de opdracht nachtscene hebt gebruikt.
Scene: pag. 48. Maar ’s nacht zat Maud ……zijn Cars-dekbed over hem heen (pag. 49)
Je herschrijft de scene in 100 – 150 woorden.
Slide 14 - Slide
Schrijfopdracht 3 moeder
Lees het einde nog een keer (blz 49):
En terwijl Hammie nummer één onverstoorbaar een klodder slagroom van zijn pootjes likt, zette Maud het op een gillen. (regelnummer:…)
Schrijf het verhaal verder, maar dan vanuit het perspectief van moeder. Gebruik het ik-perspectief. De verteller is moeder en zij speelt mee in het verhaal. De lezer ziet alles haar ogen en weet wat zij denkt en voelt. Van de andere personages weet je alleen wat de ik-figuur (moeder) vertelt.
Je herschrijft de scene in 100 – 150 woorden.
Slide 15 - Slide
Lezen en controleren
Lees de schrijfopdracht van je buurman of buurvrouw en let op de volgende onderdelen:
Alle persoonsvormen zijn goed gespeld.
Alle voltooid deelwoorden zijn goed gespeld.
Alle zinnen en namen beginnen met een hoofdletter.