Aan het einde van de les staat je tafel recht en is je stoel aangeschoven.
We gaan respectvol om met de docent en met elkaar.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Regels in de klas
Je hebt je spullen voor Nederlands bij je.
Je let op als ik iets vertel/uitleg.
Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
Aan het einde van de les staat je tafel recht en is je stoel aangeschoven.
We gaan respectvol om met de docent en met elkaar.
Slide 1 - Slide
scholencombinatiedelfland-my.sharepoint.com
Slide 2 - Link
Als je je niet aan de regels houdt
Mondelinge waarschuwing.
Naam op het bord met het 1e streepje achter je naam.
2e streepje = nablijven of uitgestuurd.
Slide 3 - Slide
Toets Lezen 4 inhalen
Esila S.
Aboud
Key-Mike
Slide 4 - Slide
Afspraken 2F (samen gemaakt)
- Geen spullen door het lokaal gooien.
Wat gebeurt er als we de afspraken niet nakomen?
- Liedje zingen voor je klas.
- Opschrijven “meneer Broomans is de beste (50X) (Esila’s idee/Jana)
Slide 5 - Slide
Programma 2F 16-06-2025
Mededelingen
Uitleg
Quiz
Oefenen voor de eindtoets (meer uitleg volgt)
Slide 6 - Slide
Mededeling: eindtoets taalverzorging
Dindag 24 juni >eindtoets taalverzorging.
Eigenlijk zou je hier geen lessen meer over krijgen en direct de toets maken, omdat het herhaling is, maar ik wil de komende lessen nog de belangrijkste onderdelen met jullie herhalen.
In Som2day (24 juni) staat een blad met wat je moet kennen en kunnen.
Dit blad wil ik nu met jullie doornemen.
Slide 7 - Slide
scholencombinatiedelfland-my.sharepoint.com
Slide 8 - Link
Lezen
2 keuzes:
Boek
Tekst uit de Blinkotheek
Slide 9 - Slide
De planning
Slide 10 - Slide
Vandaag
Slide 11 - Slide
We gaan een Lesson up doen om erachter te komen wat je nog weet. Pak je Chromebook en ga naar Lesson up.
Slide 12 - Slide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin ook alweer?
Slide 13 - Open question
Persoonsvorm
Slide 14 - Slide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 15 - Open question
Werkwoordelijk gezegde
Slide 16 - Slide
Hoe vind je ook alweer het onderwerp van een zin?
Slide 17 - Open question
Het onderwerp van een zin
Slide 18 - Slide
Hoe vind je ook alweer het lijdend voorwerp van een zin?
Slide 19 - Open question
Welk van deze woorden is een lidwoord?
A
fiets
B
rode
C
de
D
lopen
Slide 20 - Quiz
Lidwoorden
De
Een
Het > is niet altijd een lidwoord! Kijk maar naar de volgende dia...
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Dus...
"Het" is alleen een lidwoord als hetvoor een zelfstandig naamwoord staat.
Het huis
Het paard
Het geld
Het kind
Slide 23 - Slide
Welk van deze woorden is een zelfstandig naamwoord?
A
fiets
B
rode
C
de
D
lopen
Slide 24 - Quiz
Zelfstandig naamwoorden
• Een zelfstandig naamwoord (ZN) is een mens, dier, ding of idee. Je kunt er meestal de, het of een voorzetten.
👉 Voorbeeld: hond, tafel, liefde
Namen van mensen/landen/merken/plaatsen zijn ook zelfstandig naamwoorden:
Youssef, Spanje, Nike enzovoorts.
Slide 25 - Slide
Welk van deze woorden is een bijvoeglijk naamwoord?
A
fiets
B
rode
C
de
D
lopen
Slide 26 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoorden
• Een bijvoeglijk naamwoord (BN) gebruik je om iets te beschrijven (vaak een zelfstandig naamwoord).
👉 Voorbeelden: kleine hond, houten tafel, grote liefde
Slide 27 - Slide
Oefenen
15 minuten.
Maak alle opdrachten uit je boekje.
Je mag overleggen met degene naast je.
Hulp? > lees de uitleg in je boekje.
timer
15:00
Slide 28 - Slide
Nakijken
Slide 29 - Slide
Brugklas > aflevering 2
Slide 30 - Slide
www.zapp.nl
Slide 31 - Link
Oefeningen hoofdzinnen, bijzinnen en werkwoordspelling.
Je krijgt een boekje met uitleg en oefeningen over hoofdzinnen, bijzinnen en werkwoordspelling.