What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Blok 4.1 A Fictie BK
Pak je chromebook
Ga je op plek zitten
Er staan taken voor je klaar in Numo. Daar werk je nu 10 minuten aan.
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Pak je chromebook
Ga je op plek zitten
Er staan taken voor je klaar in Numo. Daar werk je nu 10 minuten aan.
Slide 1 - Slide
Blok 4.1 Fictie
4.1 A Lekker lezen
Slide 2 - Slide
Fictie
Samen lezen tekst
Zelfstandig maken opdrachten bij tekst
Slide 3 - Slide
Zelfstandig werken/huiswerk
Maken in Learnbeat blok 4
Grammatica 4.1 A opdracht 1 t/m 8
Slide 4 - Slide
Blok 4.1 B Fictie - Over lezen
Ga je op plek zitten
En pak je lees/stripboek
Slide 5 - Slide
herhaling beoordelingswoorden
Als je uitlegt wat er met jou gebeurt als je een verhaal leest, dan gebruik je
beoordelingswoorden
.
Als je een beoordelingswoord gebruikt, moet je kunnen uitleggen waarom je het gebruikt.
Je uitleg begint vaak met
want of omdat
.
Ik vind het verhaal spannend,
omdat
de hoofdpersoon in gevaar is. Ik ben benieuwd hoe het afloopt.
Slide 6 - Slide
Beoordelingswoorden
begrijpelijk
onbegrijpelijk
bekend
onbekend
gevoelig
niet gevoelig
griezelig
niet griezelig
grappig
droevig
herkenbaar
onbekend
leerzaam
niet leerzaam
opgewekt
zielig
verrassend
voorspelbaar
In
je boek op bladzijde 56 vind je nog meer beoordelingswoorden.
Slide 7 - Slide
4.1 B Fictie - Hoofdpersoon en bijfiguren
In een verhaal gaat het bijna altijd om de mensen die erin voorkomen. De belangrijkste persoon noem je de
hoofdpersoon.
De hoofdpersoon heeft meestal een probleem of een opdracht. Je bent benieuwd of het hem lukt om het probleem op te lossen. Slaagt hij in de opdracht?
Je leert de hoofdpersoon heel goed kennen. Je leest hoe hij er van de buitenkant uitziet, maar ook van de binnenkant: wat hij denkt en voelt.
De schrijver laat je vaak meekijken door de ogen van de hoofdpersoon. Het lijkt wel alsof je deze persoon zelf bent! Zo kun je extra goed meeleven.
Slide 8 - Slide
4.1 B Fictie - Hoofdpersoon en bijfiguren
Andere personen in het verhaal noem je
bijfiguren
.
Zij zijn minder belangrijk. Je leert ze minder goed kennen dan de hoofdpersoon.
Slide 9 - Slide
Zelfstandig werken/huiswerk
Maken in Learnbeat blok 4
Grammatica 4.1 B opdracht 1 t/m 9
Slide 10 - Slide
More lessons like this
1.1 Fictie
October 2025
-
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
GRATIS: Maak een ander personage tot hoofdpersoon
October 2025
-
8 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Filmeducatie
HET INTERNET: Maak een ander personage tot hoofdpersoon
November 2025
-
8 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Filmeducatie
BOY 7: Maak een ander personage tot hoofdpersoon
November 2025
-
8 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Filmeducatie
PIZZA MAFFIA: Maak een ander personage tot hoofdpersoon
November 2025
-
8 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Filmeducatie
KIPPENKRACHT: Maak een ander personage tot hoofdpersoon
November 2025
-
8 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Filmeducatie
Algemene les: Maak een ander personage tot hoofdpersoon
October 2025
-
8 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
Filmeducatie
Talent 3.1 fictie
November 2023
-
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3