240109 DEF 2 Motiverende gespreksvoering

Motiverende gespreksvoering
1 / 42
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Motiverende gespreksvoering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Romeinen 6 : 15 t/m 23
Ps. 48 vers 6

Want deze God is onze God;
Hij is ons deel, ons zalig lot,
Door tijd noch eeuwigheid te scheiden:
Ter dood toe zal Hij ons geleiden.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
De student kan benoemen:
 
  • wat het verschil is tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.
  • wat de uitgangspunten van motiverende gespreksvoering zijn
  •  wat de 2 fases van motiverende gespreksvoering inhouden.
  • wat het verschil tussen behoudtaal en verandertaal. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij motiverende gespreksvoering?

Slide 4 - Mind map

Motiverende gespreksvoering gaat uit van de eigen kracht van de cliënt. Deze methode is geschikt voor mensen die gedragsverandering overwegen of voor wie gedragsverandering kan bijdragen aan het behalen van doelen. Er wordt allereerst aandacht besteed aan het verkennen en aanboren van motivatie van de cliënt. Daarna wordt aangestuurd op gedragsverandering door 'verandertaal' uit te lokken en de cliënt zelf keuzes te laten maken.
Motivatie zorgt ervoor dat gedrag geactiveerd wordt, richting krijgt en volgehouden of juist gestopt wordt. De motivatie van een persoon is beïnvloedbaar in een gesprek.
Motivatie is afhankelijk van drie componenten:
Willen: het belang van verandering inzien
Kunnen: het hebben van vertrouwen in verandering
Klaar zijn: het stellen van prioriteiten

Motivatie is dus de basis om aan de slag te gaan met een bepaald doel.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2 soorten motivatie
  • Intrinsieke motivatie: Motivatie die uit jezelf komt; je doet iets omdat je het zelf graag wilt.
  • Extrinsieke motivatie: Motivatie die ontstaat door een prikkel van buitenaf. Je doet iets omdat het moet of omdat je ervoor beloond wordt of om iets vervelends te voorkomen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ben je intrinsiek of extrinsiek gemotiveerd om deze opleiding te volgen?
Waarom?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wat moet je juist niet doen bij motiverende gesprekstechniek?
A
Discussie aangaan
B
Empathie tonen
C
Meeveren tot weerstand
D
Argumenten aanvoeren

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Ambivalentie betekent
A
ja maar zeggen
B
gedrag willen veranderen
C
niet open staan voor verandering
D
tegenstrijdige gevoelens

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering bestaat uit 2 fases

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Fase 1: De motivatie om te veranderen staat centraal
  • Je probeert erachter te komen hoe de cliënt denkt over de verandering
  • Vaak willen mensen aan de ene kant wel veranderen maar aan de andere kant niet. Dit noem je Ambivalentie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verandertaal 
  • Het hardop uitspreken van je wensen en behoeften maakt het makkelijker om te veranderen
  • Hoe vaker je zegt dat je iets wilt veranderen, hoe groter je intrinsieke motivatie is om het daadwerkelijk te doen
  • Tijdens motiverende gespreksvoering leg je vooral de nadruk om de uitspraken die pleiten vóór de verandering. Dat is verandertaal

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verandertaal uitlokken in fase 1
  • 'Wat wil je bereiken?' 
  • 'Hoe ziet dat eruit?'
  • 'Wat is daarbij voor jou belangrijk?'
  • 'Wat levert het je op?'

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Fase 2: De cliënt heeft genoeg motivatie
  • In deze fase richt je je op de betrokkenheid van de cliënt bij de gedragsverandering en het plan om deze te bereiken 
  • Je stelt vragen over hoe hij zijn doel wil bereiken en laat merken dat je hem graag wilt helpen
  • Je stelt vooral vragen: 'Hoe ga je ervoor zorgen dat het lukt?' en 'Wat heb je van mij nodig?'

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verandertaal uitlokken in fase 2
  • 'Welke stappen moeten er gezet worden?' 
  • 'Waar ben je goed in en hoe kun je dat gebruiken?'
  • 'Wanneer heb je eerder met een lastige situatie te maken gehad en hoe heb je dat toen aangepakt?' 
  • 'Wat zou je nu kunnen doen?'

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

OMA; Oordeel, Mening, Aannames/adviezen
ANNA: Altijd navragen, nooit aannemen
OEN: Open, Eerlijk nieuwsgierig
LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
VAAK: Verwachtingen, Afspreken, Aanspreken en Kalibreren.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering voorbeeldvragen
• ‘Wat vind je zelf het meest vervelende aan deze situatie?’
• ‘Hoe denk je dat je werkdag/leven/relatie eruit zou zien wanneer je niet…?’
• ‘Zou het lastig zijn om dit te veranderen denk je? Waarom wel/niet?’
• ‘Wat denk je dat de eerste stap zou kunnen zijn naar…?’
• Op wat voor manier denk je dat je baat zou hebben bij…’
• ‘Wat zou er gebeuren als je niets zou doen? Waar denk je dan dat je over 5 jaar bent?…’

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Opdracht in tweetallen
Je hebt het filmpje gezien van 10 meter naar beneden springen. Er gaan 10 mensen op de duikplank, maar 2 springen ervan af. In dit geval ben jij bij zo'n zwemles en is jouw taak om de mensen op die manier te motiveren dat zij van de duikplank springen. 
Beantwoord de volgende vragen in tweetallen:


  1. Hoe zou jij iemand kunnen motiveren? Door middel van motiverende gespreksvoering. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Jullie weten nu wat motiverende gespreksvoering is. Voor nu ga je aan de hand van de zelf geschreven casus motiverende gespreksvoering toepassen en dit voordragen in de les
  1. Bekijk jullie casus kritisch.
  2. Bespreek met elkaar hoe jullie dit gaan aanpakken, waarop gelet moet worden etc.
  3. Zet de antwoorden op punt 1 en 2 op papier, deze bespreken we.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

'Als ik een goede planning maak geeft mij dat rust' (redenen)

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

'Maar roken is ook gezellig, en het ontspant me gewoon als ik stress heb'

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

'Ik baal ervan dat ik hier elke keer tegenaan loop, ik wil er nu echt eens vanaf'

Waar valt dit onder?
A
Verandertaal
B
Behoudtaal

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Je doet extra goed je best bij Engels omdat je een reis naar Engeland gaat maken en je de taal dan goed wilt beheersen
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Je doet mee als collectant voor de Hartstichting omdat je oom problemen met z'n hart heeft.
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Je neemt altijd je boek mee naar de les omdat je er anders uitgestuurd wordt
A
Intrinsiek gemotiveerd
B
Extrinsiek gemotiveerd

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is ambivalent?
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd
C
Je twijfelt aan je gewoonte. Zal ik wel of niet aanpakken.
D
niemand kan je tegenhouden je doel te bereiken.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

In fase 1 van motiverende gespreksvoering is de cliënt altijd intrinsiek gemotiveerd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

In fase 2 van motiverende gespreksvoering betrek je vooral de cliënt bij de verandering en het plan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen uitgangspunt bij motiverende gespreksvoering?
A
Ontlokken
B
Acceptatie
C
Overtuigen
D
Partnerschap

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen opdracht: motiverende gespreksvoering
Uitnodigen tot verandertaal In tweetallen: 
Welke verandering ben je aan het overwegen (en waar ben je ambivalent over?) Ga met elkaar in gesprek, geef geen advies en stel de volgende vragen: 

1. Wat zou je willen veranderen 
2. Hoe zou je dit kunnen veranderen 
3. Welke drie redenen heb je om te veranderen 
4. Hoe belangrijk is dit voor jou? (op een schaal van 1-10, wat maakt dat je x zegt en niet y (lager getal) 
5. Geef een korte samenvatting en vraag: ‘wat denk je dat je gaat doen?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Sylvie (19) komt in het buurthuis tijdens de tieneravond. Haar zusje van 14 is voor de eerste keer meegekomen. Sylvie vertelt hoe het gaat met hen: “Sinds een week is pa weer weg en het is nu lekker rustig thuis. We slapen elke dag uit en regelen veel zelf. Op school doen ze niet moeilijk, omdat ze wel weten hoe het zit. Maar hoe het verder moet met mijn opleiding, dat weet ik niet. Ik zak vast weer. En waar mijn zusje terecht komt, dat is nog de vraag. Maar daar staat pa nooit bij stil.”


a. Als Sylvie dit verhaal aan jou zou vertellen, waarop reageer jij dan met een reflectie? Noteer wat je letterlijk zou zeggen.
b. Leg uit waarom je ervoor kiest hierop te reflecteren.
c. Bedenk wat het effect van jouw reflectie kan zijn. Beschrijf hoe het gesprek verder zou kunnen verlopen als je jouw reflectie hebt gegeven.
d. Beschrijf een ándere soort reflectie die je zou kunnen geven.
e. Hoe zou bij jouw andere soort reflectie het gesprek verder kunnen verlopen?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions