week 51 les 1 wederkerende werkwoorden

Hola, buenos días
Lunes, 16 de diciembre
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir verbos o/ue
  • corregir los debereres
  • Quiz LessonUp
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hola, buenos días
Lunes, 16 de diciembre
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir verbos o/ue
  • corregir los debereres
  • Quiz LessonUp

Slide 1 - Slide

poder, él

Slide 2 - Open question

volver, yo

Slide 3 - Open question

costar, ellos

Slide 4 - Open question

dormir, vosotros

Slide 5 - Open question

acostarse, yo

Slide 6 - Open question

encontrar, mis amigos

Slide 7 - Open question

Corregir los deberes
module pág. 16 ej. D
pág. 21 ej. A
LE: ej. 4.2

Slide 8 - Slide

LessonUp
Maak de quiz: module 5 - tarea 1

Slide 9 - Slide

VERBOS REFLEXIVOS
  • Wederkerende werkwoorden eindigen altijd op -se
  • Stap 1: Om ze te vervoegen haal je -se eraf en dan hou je een werkwoord over dat eindigt op -ar/-er of -ir, bijvoorbeeld: lavarse = zich wassen.
  • Stap 2: Vervoeg het werkwoord zoals je geleerd hebt en plaats de juiste uitgang achter de stam.
  • Stap 3: zet nu het wederkerend voornaamwoord ervoor. 

Slide 10 - Slide

lavarse = zich wassen
yo
él/ella/ud.
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/uds.
me
te
se
nos
os
se
lavo
lavas
lava
lavamos
laváis
lavan

Slide 11 - Slide

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden), levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse, acostarse (naar bed gaan), vestirse (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 12 - Slide

A practicar
Module: pág. 24 mak opdracht A en uit je LA pág. 69 opdracht 4 en 5 

Huiswerk: maken LE: opdracht 4.5, 4.6, 4.7

Slide 13 - Slide