H9.4 t/m 9.6

1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
1. Lesdoelen
2. Heel veel theorie.......sorry
3. oefenen, oefenen, oefenen
4. Vragen stellen
5. Huiswerk maken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:
  • Kun je in een draaisymmetrische figuur de kleinste draaihoek berekenen
  • Kun je symmetrie vinden in een vlak figuur
  • Kun je symmetrie vinden bij lijnen

Slide 3 - Slide

Draaisymmetrie

Slide 4 - Slide

Draaisymmetrie

Slide 5 - Slide

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.


Slide 6 - Slide

De bloem is na 6 stapjes helemaal rond:
De kleinste draaihoek is 360 : 6 = 60 graden.

Het molentje is in 4 stapjes helemaal rond.
De kleinste draaihoek is 360 : 4 = 90 graden.

Slide 7 - Slide

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

dus
360 : 5 = 72º

Slide 8 - Slide

Heeft deze afbeelding
een draaisymmetrie
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz


DRAAISYMMETRIE
Wat is de kleinste draaihoek?
A
60°
B
90°
C
120°
D
180°

Slide 10 - Quiz

Is hier sprake van lijn
en/of draaisymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
lijnsymmetrie
C
allebei niet
D
draai- en lijnsymmetrisch

Slide 11 - Quiz

Is hier sprake van
lijn- of draaisymmetrie ?

A
alleen lijnsymmetrie
B
beide
C
alleen draaisymmetrie

Slide 12 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90 graden
B
120 graden
C
150 graden
D
180 graden

Slide 13 - Quiz

Wat is de kleinste draaihoek?
A
90 graden
B
120 graden
C
150 graden
D
180 graden

Slide 14 - Quiz

9.5 symmetrie in vlakke figuren

Slide 15 - Slide

De rode stippellijnen zijn symmetrie-assen. Niet alle figuren hebben dus een symmetrie-as

Slide 16 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Een driehoek waarvan twee zijden even lang zijn, 
noemen we een gelijkbenige driehoek.
Een gelijkbenige driehoek heeft precies 1 symmetrieas.

  • De symmetrieas staat loodrecht op zijde AB 
       en deelt deze zijde precies doormidden.
  • AC en BC zijn even lang (gelijke tekens).
  • hoek A is even groot als hoek B (gelijke tekens).

Slide 17 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Een driehoek waarvan alle drie de zijden even lang zijn, 
noemen we een gelijkzijdige driehoek.
Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 symmetrieassen.

  • AC , AB en BC zijn even lang
  • hoek A, hoek B en hoek C zijn even groot

Slide 18 - Slide

Gelijkzijdige driehoek
Gelijkbenige driehoek

Slide 19 - Slide

Gelijkbenige driehoek

Slide 20 - Slide

Gelijkzijdige driehoek

Slide 21 - Slide

Hoeveel symmetrieassen kun je
tekenen in deze driehoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quiz

Hoeveel symmetrieassen
heeft
deze driehoek?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 23 - Quiz

Hoeveel symmetrie-assen heeft deze driehoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quiz

Vlakke figuren (2D)
Ruit
Parallellogram
Vierkant
Rechthoek
Vlieger
Trapezium

Slide 25 - Drag question


1. Ik ben een vierhoek met maar twee evenwijdige zijden.
Welk figuur ben ik?
A
Trapezium
B
Rechthoek
C
Paralellogram
D
Ruit

Slide 26 - Quiz

H9.6 symmetrie bij lijnen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

 Evenwijdige lijnen en hoeken

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

opdracht doorgeven
  1. teken twee evenwijdige lijnen

GEEF DOOR

Slide 31 - Slide

opdracht doorgeven
  1. teken twee evenwijdige lijnen
  2. teken twee lijnen dwars op deze lijnen (hoeft niet loodrecht of evenwijdig)
GEEF DOOR

Slide 32 - Slide

opdracht doorgeven
  1. teken twee evenwijdige lijnen
  2. teken twee lijnen dwars op deze lijnen (hoeft niet loodrecht of evenwijdig) 
  3. geef met tekentjes aan welke hoeken even groot zijn

Slide 33 - Slide

Maken
H9.4, 
H9.5, 
H9.6 

Klaar?
d-toets maken

Slide 34 - Slide

Tot ziens!

Slide 35 - Slide