IDM-H11.3 A2

Gebroken functie 
  1. standaardgrafiek
  2. asymptoten
  3. differentiëren
  4. formule raaklijn aan grafiek
  5. snijpunten berekenen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Gebroken functie 
  1. standaardgrafiek
  2. asymptoten
  3. differentiëren
  4. formule raaklijn aan grafiek
  5. snijpunten berekenen

Slide 1 - Slide

Standaardgrafiek

Slide 2 - Slide

Asymptoten
zie plaatje in geogebra
Bij standaardgrafiek
verticale asymptoot: x=0
horizontale asymptoot: y=0
Verder afhankelijk van translaties. De verticale asymptoot is eventueel ook te vinden door de noemer van de breuk gelijk te stellen aan 0.

Slide 3 - Slide

Helling berekenen
vb Gegeven:

Eerst herschrijven tot : 
helling wordt: 
f(x)=2x+32+4
f(x)=2(2x+3)1+4
f(x)=21(2x+3)22
f(x)=4(2x+3)2
f(x)=(2x+3)24

Slide 4 - Slide

Raaklijn aan grafiek in het punt A(xA,yA)
y=ax+b
a=f'(xA)
raakpunt A invullen om b te berekenen
Als xA gegeven is, yA=f(xA)

Slide 5 - Slide

snijpunt berekenen 
  1. Gelijkstellen aan elkaar
  2. Breuk isoleren
  3. kruiselings vermenigvuldigen

Slide 6 - Slide

Exponentiele functie 
  1. standaardgrafiek
  2. asymptoot
  3. helling
  4. los op f(x)=getal
  5. welke waarden neemt f(x) aan voor x is kleiner of gelijk aan....

Slide 7 - Slide

Standaardgrafiek

Slide 8 - Slide

Asymptoot
Bij standaardgrafiek:
horizontale asymptoot: y=0

Slide 9 - Slide

Helling
De helling in een punt bij een exponentiele functie mag je berekenen met je GR.:
in menu 5 vul je de functie in
in menu 1: OPTN-Calc-d/dx
via VARS-graph-Y vul je de functie in en bij x vul je de x-coordinaat in van het punt waarvan je de helling wil weten

Slide 10 - Slide

Los op .... 
voorbeeld: 

23x+4=32
3x+4=2log(32)=5
3x=1
x=31

Slide 11 - Slide

Welke waarde neemt f(x) aan voor x is kleiner of gelijk aan....


Je vult de x in bij f(x) en kijkt in de schets wat het antwoord moet zijn.

Slide 12 - Slide

Logaritmische functie 
  1. standaardgrafiek
  2. asymptoot+ domein
  3. helling
  4. Ongelijkheid oplossen
  5. Los op: f(x)= getal

Slide 13 - Slide

Standaardgrafiek

Slide 14 - Slide

Asymptoot en domein
Bij standaardgrafiek: verticale asymptoot x=0 (y-as)

voorbeeld: 
Geef de asymptoot:
manier 1: 
dus je hebt een translatie van (6/5, -1) en de asymptoot wordt x=6/5
manier 2: 5x-6=0 geeft 5x=6 en x=6/5 dus de asymptoot wordt x=6/5

Domein: 5x-6>0 geeft 5x>6 en x>6/5 of : Df=<6/5,->>

f(x)=1+4log((5x6)
5x6=5(x56)

Slide 15 - Slide

Helling
De helling in een punt bij een logaritmische functie mag je berekenen met je GR.:
in menu 5 vul je de functie in
in menu 1: OPTN-Calc-d/dx
via VARS-graph-Y vul je de functie in en bij x vul je de x-coördinaat in van het punt waarvan je de helling wil weten

Slide 16 - Slide

Algebraisch oplossen van een ongelijkheid f(x)>g(x)
  1. Maak een schets van de grafieken van f en g
    Bereken het domein van f(x) en g(x)
  2. Los de vergelijking f(x)=g(x) op.
  3. Lees uit de schets de oplossing af (in dit voorbeeld kijk je waar de grafiek van f boven de grafiek van g ligt) en houdt daarbij rekening met het domein!
Oefenen: geogebra

Slide 17 - Slide

Los algebraïsch op: f(x) = getal
voorbeeld:
3+2log(5x8)=0
2log(5x8)=3
5x8=23=8
5x=16
x=516=351

Slide 18 - Slide

Goniometrische functie 
  1. standaardgrafieken
  2. vier kenmerken
  3. vergelijking oplossen
  4. formule opstellen

Slide 19 - Slide

Standaardgrafieken

Slide 20 - Slide

4 kenmerken sinusoide
  • evenwichtsstand
  • amplitude
  • periode
  • beginpunt

Op de volgende dia een voorbeeld

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vergelijking oplossen
  • Gebruik de 'exactewaardecirkel' om
      1 antwoord op te zoeken
  • Denk eraan dat het periodiek is (...+k*2pi)
  • Bij de sinus: x= antwoord of x= pi-antwoord
  • Bij de cosinus: x= antwoord of x=-antwoord 

Slide 26 - Slide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  •  De zijden van een gelijkbenige
rechthoekige driehoek verhouden
zich als 1:1:

  •  De zijden van een driehoek met
hoeken van
verhouden zich als 1:2:
2
°
30°en60°
3

Slide 27 - Slide

212
213
21
212
21
212
213
exacte waarden cirkel

Slide 28 - Slide

Oplossen vergelijking sin (A)=C
  • Lees één oplossing B af uit de exacte-waarden-cirkel



  • vb: Los op: 



Oplossen vergelijking cos (A)=C
  • Lees één oplossing B af uit de exacte-waarden-cirkel



  • vb: Los op:


     
A=B+k2π of A=πB+k2π
A=B+k2π of A=B+k2π
cos(x)=213
x=61π+k2π of x=61π+k2π
sin(x)=213
x=31π+k2π of x=π31π+k2π
x=31π+k2π of x=32π+k2π

Slide 29 - Slide

GR -> formule sinus

Slide 30 - Slide

GR -> formule cosinus

Slide 31 - Slide