2.2 Het aanbod van producten

H2 Het aanbod van arbeid
1 / 47
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

H2 Het aanbod van arbeid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Maximale winst
Breakevenpoint
Maximale omzet
GO = GTK
MO = 0
MO = MK

Slide 39 - Drag question

Met welke vergelijking bereken je wat? Sleep de vergelijking naar het goede vakje
Maximale winst
Break-even afzet (BEA)
Evenwichts-
hoeveelheid
MO = MK
Qv=Qa
TO=TK

Slide 40 - Drag question

TO = TK
Qv = Qa
MO = 0 
MO = MK
GO = GTK
Break-even
Maximale omzet 
Maximale winst 
Marktevenwicht

Slide 41 - Drag question

P
GO
MO
MK
GTK

Slide 42 - Drag question

MK is?
A
de extra opbrengst die je maakt als je één product meer verkoopt
B
de extra opbrengst die je maakt als je géén product meer verkoopt
C
de extra kosten die er bijkomen als je géén product meer produceert
D
de extra kosten die er bijkomen als je één product meer produceert

Slide 43 - Quiz

Als MO>MK, dan
A
zal TW toenemen
B
zal TW afnemen
C
zal TW gelijk blijven

Slide 44 - Quiz

TK = 5Q + 100

MK is?
A
5
B
100
C
20
D
0,5

Slide 45 - Quiz

MO = 0
A
vertelt ons de productie-omvang waarbij er geen winst en geen verlies gemaakt wordt
B
vertelt ons bij welke productie-omvang de producent maximale omzet haalt.
C
vertelt ons bij welke productie-omvang het bedrijf maximale winst haalt.

Slide 46 - Quiz

MO = 500 en MK = 0,02q
bij welke hoeveelheid is de winst maximaal?
A
q = 500
B
q = 10000
C
q = 25.000

Slide 47 - Quiz